Religie kennis Wiki
Advertisement

Het Laatste Evangelie is het eerste hoofdstuk uit het Evangelie volgens Johannes (1,1-14) en wordt op het einde van de Heilige Mis volgens de Tridentijnse liturgie gelezen. Het fragment bevat een korte samenvatting van het christelijk geloof in God als Schepper en in Christus als de mensgeworden Zoon van God en de ware Verlosser die evenwel door de wereld niet werd erkend.

De tekst gaat als volgt :

Latijn (Vulgaat) Nederlands (Petrus Canisiusvertaling)

1. In principio erat Verbum, et Verbum erat apud Deum, et Deus erat Verbum.
2. Hoc erat in principio apud Deum.
3. Omnia per ipsum facta sunt, et sine ipso factum est nihil, quod factum est;
4. in ipso vita erat, et vita erat lux hominum:
5. et lux in tenebris lucet, et tenebrae eam non comprehenderunt.
6. Fuit homo missus a Deo, cui nomen erat Ioannes;
7. hic venit in testimonium, ut testimonium perhiberet de lumine, ut omnes crederent per illum.
8. Non erat ille lux, sed ut testimonium perhiberet de lumine.
9. Erat lux vera, quae illuminat omnem hominem venientem in hunc mundum.
10. In mundo erat, et mundus per ipsum factus est, et mundus eum non cognovit.
11. In propria venit, et sui eum non receperunt.
12. Quotquot autem receperunt eum, dedit eis potestatem filios Dei fieri, his, qui credunt in nomine eius,
13. qui non ex sanguinibus, neque ex voluntate carnis, neque ex voluntate viri, sed ex Deo nati sunt.
14. Et Verbum caro factum est et habitavit in nobis; et vidimus gloriam eius, gloriam quasi Unigeniti a Patre, plenum gratiae et veritatis.

1. In het begin was het Woord; En het Woord was bij God,
2. En het Woord was God;
3. Alles is door Hem ontstaan; En zonder Hem is niets ontstaan.
4. In wat bestond, was Hij het leven, en het Leven was het licht der mensen;
5. Het Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.
6. Er kwam een mens, van God gezonden; Johannes was zijn naam.
7. Hij kwam tot getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat allen door hem zouden geloven.
8. Hijzelf was niet het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht.
9. Het waarachtige Licht, dat alle mensen verlicht, kwam in de wereld.
10. Hij was in de wereld, en ofschoon de wereld door Hem was ontstaan, erkende de wereld hem niet.
11. Hij kwam in zijn eigen bezit; Ook de zijnen ontvingen Hem niet.
12. Maar aan allen, die Hem ontvingen, gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden : aan allen, die in zijn Naam geloven.
13. Die niet uit bloed, noch uit de wil van vlees of man, maar die uit God zijn geboren.
14. Het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond! En wij hebben zijn glorie aanschouwd: een glorie als van de Eengeborene uit de Vader, vol van genade en waarheid.

Advertisement