Religie kennis Wiki
Registreer
Advertisement


Deel van een serie van artikelen over
Jezus
Christianity

Visies op Jezus, zie:

Christ pantocrator daphne1090-1100

Elfde-eeuws mozaïek van Christus-Pantocrator in Daphne, Athene

De traditioneel-christelijke benadering behandelt Jezus (Jesjoea in het Hebreeuws) zoals hij in de (orthodoxe) traditie van het christendom wordt opgevat, namelijk dat hij de gezalfde van God is ('gezalfde' komt van het Griekse woord 'christos' wat in het Nederlands wordt weergegeven als 'christus') en zelf ook (onderdeel van) God is (de leer van de goddelijke drie-eenheid).
In de traditioneel-christelijke benadering wordt Jezus daarom aangeduid als Jezus Christus; soms ook als Jezus de Messias ('Messias' betekent eveneens 'gezalfde' en is de Nederlandse weergave van het Hebreeuwse woord 'masjiach').

Christelijke visie[]

Volgens de christelijke leer is Jezus de eniggeboren Zoon van God, de door God in het Oude Testament bij monde van de profeten (o.a. Jesaja 53:3 en verder) beloofde messias, de gezalfde van God, die de mensen verlost van hun zonden en de harmonie tussen God en mensen herstelt die verbroken was als gevolg van de zondeval van de eerste mensen in het paradijs. Hij beloofde de mensen die in hem geloven, als zijnde het plaatsvervangend zoenoffer voor God en daarmee de straf op zich nemend voor de zonden van de mensheid, te 'behouden' en 'eeuwig leven' te geven.

Volgens de uitleg die diverse Bijbelschrijvers gaven, maakte zijn dood aldus de verzoening met God de Vader mogelijk, doordat hij de straf op zich nam voor de zonden van de mensheid; Jezus is "het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt." De opvatting dat Jezus met zijn kruisdood de mens verzoent met God, heet de verzoeningsleer. Daardoor trad het Abrahamitische principe van de 'rechtvaardiging door geloof' op een nieuwe manier in werking: ieder die in Jezus gelooft, zal voor God de Vader gerechtvaardigd (gerehabiliteerd) zijn.

Zijn in het Nieuwe Testament beschreven geboorte (Kerstmis), zijn dood aan het kruis (Goede Vrijdag), de opwekking uit de dood (Pasen), de Hemelvaart (Hemelvaartsdag), het neerdalen van de Heilige Geest op zijn discipelen (Pinksteren) en de terugkeer (de Wederkomst), staan centraal in de theologie van het traditionele christendom.

De opwekking uit de dood wordt door de meeste gelovigen binnen het traditionele christendom letterlijk genomen. De gebeurtenis neemt daar een cruciale plaats in, omdat het voor hen de uiteindelijke overwinning over de dood als 'laatste vijand' tot uitdrukking brengt. Ook Paulus noemt de letterlijk genomen opstanding van Jezus het centrale punt in het evangelie: "Als Jezus nog in het graf was dan is ons geloof bedrog en zijn wij (de christenen) de beklagenswaardigste van alle mensen". Met andere woorden: het hele christelijke geloof staat of valt met de opstanding. Het is daarmee een zeer belangrijk symbool van de hoop op 'nieuw leven', 'leven na dit leven' en 'eeuwigheid bij God'.

Levensloop van Jezus volgens de Bijbel[]

Bestand:Mathis Gothart Grünewald 030.jpg

De levensloop van Jezus in een notendop door Matthias Grünewald

Om het levensverhaal van Jezus te reconstrueren gebruiken christenen de teksten die gaandeweg deel zijn gaan uitmaken van het Nieuwe Testament uit de Bijbel, en dan vooral de vier evangeliën. Hoewel een aantal verhalen op sommige plaatsen bijna letterlijk overeenkomt, vooral bij Matteüs en Marcus, komt een aantal gebeurtenissen slechts in één of twee van de evangeliën voor. Elk van de vier verslagen heeft een eigen karakter. Dat van Johannes wijkt het sterkst af.

De geboorte van Jezus[]

Zie ook: Geboorte van Jezus volgens Lucas 2, de Heilige Familie.

Volgens de Bijbel werd Jezus geboren opdat hij de mensen zou en zal redden van hun zonden. De evangeliën naar Lucas en Matteüs geven aan dat Jezus in de plaats Bethlehem, gelegen in de streek van Judea, werd geboren uit een maagdelijk meisje genaamd Maria, en dat hij in haar was verwekt door de Heilige Geest van God. Maria was verloofd met de timmerman Jozef, met wie ze toen nog niet was getrouwd. Toen hij hoorde dat ze zwanger was, wilde hij stilletjes de verloving verbreken, om haar niet in opspraak te brengen. Maar 's nachts kreeg hij een droom waarin hem verteld werd wat er gebeurd was en met welk doel, en dat hij Maria bij zich in huis moest nemen. Jozef gehoorzaamde.

Bestand:Adrian Ludwig Richter 022.jpg

'De heilige familie door engelen bezocht' van Adrian Ludwig Richter

Alhoewel Jozef en Maria in Nazareth woonden, werd Jezus in Bethlehem ('de stad van David') geboren, omdat omstreeks die tijd een volkstelling werd gehouden en iedere inwoner van Galilea, Judea en omstreken naar zijn eigen vaderstad moest gaan om zich te laten registreren. Omdat beiden volgens sommige bijbelteksten afstamden van koning David, reisden ze naar Bethlehem en probeerden ze onderdak te vinden in het overvolle stadje.

De herberg was vol. Uiteindelijk werd Jezus geboren in een ruimte waar een kribbe (in de Nieuwe Bijbelvertaling wordt gesproken van voederbak) stond, wat betekent dat deze ruimte een veestal moet zijn geweest. Zij kregen vervolgens bezoek van plaatselijke herders, die door een menigte engelen van de geboorte van de Messias op de hoogte waren gesteld, en van 'wijzen uit het oosten', geleerden die een verre reis hadden ondernomen om de door een nieuw ontdekte ster beloofde geboorte van 'een koning' te verifiëren. Het aantal wijzen wordt niet genoemd in de Bijbel, maar het aantal geschenken (goud, wierook en mirre) suggereert dat het er drie zouden zijn geweest (mat2:1-12)

Herodes I, de koning van het Joodse land, aan wie de wijzen een bezoek ter nadere oriëntatie brachten omdat zij uit de stand van de ster begrepen dat er een koningszoon geboren moest zijn, ontbood een aantal Schriftgeleerden om nauwkeurig na te gaan in welke plaats deze koning kon zijn geboren. De Schriftgeleerden konden op grond van een passage uit het Oud-Testamentische boek Micha, de geleerden meedelen dat het om Bethlehem ging.

Bestand:Bartolomé Esteban Perez Murillo 011.jpg

'Jezus en Johannes de Doper als kind' van Bartolomé Murillo

Herodes liet de wijzen beloven hem te vertellen waar deze 'koning' zich precies bevond, wanneer zij hem hadden gevonden. Dezen werden echter in een droom gewaarschuwd dat Herodes kwaad in de zin had. Daarom gingen zij, nadat zij Jezus en zijn ouders hadden bezocht, via een omweg terug naar waar zij vandaan waren gekomen. Als 'voorzorgsmaatregel' liet Herodes toen alle kinderen in Bethlehem van twee jaar en jonger vermoorden; deze gebeurtenis staat bekend als 'de kindermoord van Bethlehem'. Maar Jezus ontsnapte aan deze moordpartij, doordat zijn ouders tijdig met hem naar Egypte waren gevlucht, na in een droom te zijn gewaarschuwd. Na de dood van Herodes keerden zij naar Judea - en vervolgens naar Galilea - terug, en vestigden zich in de Galilese plaats Nazareth.

De jeugd van Jezus[]

Over de jeugd van Jezus staat weinig in de Bijbel. Het joodse gezin woonde in het dorp Nazareth in de provincie Galilea. De Bijbel verhaalt dat de jonge Jezus naar joods gebruik op de achtste dag werd besneden en dat zijn ouders hem presenteerden in de Tempel in Jeruzalem op twaalfjarige leeftijd. "Allen nu die hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden." Verder is in het Evangelie naar Lucas te lezen dat hij opgroeide, krachtig en wijs werd, en dat 'de genade Gods' op hem was. Dezelfde evangelist vertelt dat hij ongeveer dertig jaar was toen hij met zijn openbare optreden begon.

Het openbare optreden van Jezus[]

Bestand:Piero della Francesca 045.jpg

'Jezus door Johannes de Doper gedoopt' van Piero della Francesca.

Het openbare optreden van Jezus (daar zijn de 4 evangelisten het over eens) begint met het optreden van Johannes de Doper. Hij verzamelt veel aanhang bij de Jordaan en roept de mensen op tot berouw voor hun zonden en bekering zodat Gods genade en vergeving mogelijk is. Kennelijk horen sommige latere discipelen van Jezus tot de volgelingen van Johannes de Doper (Joh.1:35); ook Jezus laat zich door hem dopen. Bij deze gebeurtenis ontvangt Jezus de Heilige Geest van God, die Johannes de Doper in de gedaante van een duif ziet neerdalen.

Bestand:8616 - Milano - San Marco - Legnanino, S. Agostino lava piedi a Gesù - Foto Giovanni Dall'Orto 14-Apr-2007 dett.jpg

Jezus verschijnt aan de heilige Augustinus van Hippo

Als Johannes de Doper later gevangen genomen en onthoofd wordt door koning Herodes Antipas (zoon van Herodus I), neemt Jezus als het ware de oproep tot bekering over. De evangeliën verhalen over de drie jaar dat Jezus door Palestina reisde, waarbij hij, om te beginnen in Galilea, predikte in synagogen, huizen en op allerlei plaatsen in de buitenlucht. Hij discussieerde met joodse geleerden en deed een groot aantal wonderen: hij genas mensen van allerlei ziekten, wekte zelfs verschillende doden op; hij liep over het water; hij dreef bij een groot aantal mensen demonen uit en kalmeerde een storm; hij veranderde water in wijn en voedde vijfduizend hongerige toehoorders met vijf broden en twee vissen. Hij dreef geldwisselaars en kooplieden van het tempelplein en ging om met algemeen geminachte mensen, zoals prostituees en 'tollenaars' (belastinginners). Regelmatig zocht hij de eenzaamheid op om te bidden.

Hij reisde niet alleen, want hij koos twaalf mannen uit die zijn 'discipelen' (volgelingen, later als 'apostelen' bestempeld) werden genoemd. De meesten van hen waren vissers uit Galilea, die hem drie jaar vergezelden en die hij onderwees in zijn leer. Drie van hen, Petrus, Johannes en Jakobus, stonden naar het lijkt dichter bij Jezus dan de anderen. Aanwijzing hiervoor is het feit dat deze drie de enige getuigen waren van enkele bijzondere gebeurtenissen. Voorbeeld is een gedaanteverandering van Jezus ('de verheerlijking op de berg'), waarbij Mozes en Elia aan hen verschenen en een stem uit een stralende wolk hen opriep om naar Jezus te luisteren: (Matt.17:5) "Dit is Mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem." Eveneens mochten van de twaalf discipelen alleen Petrus, Johannes en Jakobus aanwezig zijn bij de opwekking van het dochtertje van Jaïrus uit de dood. Naast de twaalf discipelen volgde een groot aantal andere mannen en vrouwen Jezus op zijn voettochten door het land. De discipel Judas Iskariot bleef hem echter niet trouw.

Arrestatie van Jezus en kruisdood[]

In Jeruzalem, vlak voor Pesach (joods Paasfeest), heeft Judas Iskariot, een van de discipelen, tegen betaling van dertig zilverlingen, Jezus uitgeleverd aan de joodse hogepriesters. De arrestatie vond plaats vlak na het Laatste Avondmaal dat Jezus met zijn discipelen gevierd had en waarbij hij hun voeten had gewassen. Een in hun ogen uitzonderlijke daad van nederigheid.

Bestand:Christ Carrying the Cross 1580.jpg

'Jezus draagt zijn kruis' van El Greco

Bestand:Meister Francke 012.jpg

'Opstanding van Jezus' van Meister Francke

Jezus werd midden in de nacht gearresteerd in de Hof van Gethsémané, een olijfboomgaard vlak buiten de muren van Jeruzalem. Hij werd verhoord door het Sanhedrien, de joodse Raad van oudsten, de overpriesters en Schriftgeleerden, vervolgens door de Romeinse praefectus Pontius Pilatus, Herodes Antipas en opnieuw Pilatus, waarbij hij beschuldigd werd van Godslasterlijke uitspraken.

Tenslotte werd hij veroordeeld tot de dood aan een houten kruis, een in die tijd gebruikelijke, maar bijzonder wrede vorm van doodstraf voor oproerkraaiers. Het vonnis werd voltrokken op een heuvel die Golgotha heette (ook wel de 'Schedelplaats' genoemd). Met Jezus werden ook twee misdadigers gekruisigd. Boven zijn hoofd bevestigde men een bordje met de tekst: 'Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum' (Jezus van Nazareth, koning der joden), op veel schilderijen afgebeeld als 'INRI'.

Bestand:The Calvary.jpg

'Jezus aan het kruis' van Daniël Hopfer

Zijn doodsstrijd duurde zes uur, van 's ochtends negen tot 's middags drie uur (in die tijd heette dat het derde tot het negende uur van de dag). Jezus uitte tijdens die zes uren verschillende zogenaamde kruiswoorden. Omstreeks het middaguur 'viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield' (Matt.27:45). Toen Jezus na het uiten van "Het is volbracht", stierf en de geest gaf, vond een aardbeving plaats, die alleen door de evangelist Matteüs vermeld wordt, waarbij 'de graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen tot leven werden gewekt' (Matt.27:52). Ook scheurde het 'voorhangsel', het afscheidingsgordijn tussen het Heilige en het Heilige der Heiligen' in de tempel, middendoor, van boven naar beneden. Het van windsels en kruiden voorziene, maar nog niet gebalsemde lichaam van Jezus, werd begraven in een ongebruikt privégraf van de rijke Jozef van Arimathea. Een zware grafsteen werd ervoor gerold en de steen werd verzegeld. De joodse Raad verzocht en kreeg een wacht bij het graf, omdat men vreesde dat de volgelingen van Jezus, zijn lichaam zouden stelen om te kunnen beweren dat hij was opgestaan uit de dood.

Opstanding van Jezus en hemelvaart[]

De derde dag na zijn dood, ontdekten enkele voorzichtig teruggekeerde discipelen, onder wie een paar vrouwen (zijn moeder Maria, Maria Magdalena en nog een andere Maria) die wilden kijken of ze hem mochten balsemen, dat de grote steen was weggerold, de wachten verdwenen en het lichaam, met achterlating van de keurig opgerolde linnen lijkwindsels, onvindbaar. Zowel in de evangeliën als in enkele van de brieven in het Nieuwe Testament wordt gewag gemaakt van verschijningen van Jezus aan een groot aantal (ten minste vijfhonderd) volgelingen, en van gesprekken en een laatste maaltijd met zijn discipelen.

Bij die laatste maaltijd, aan de oever van het Meer van Galilea, rehabiliteerde hij Petrus, die tijdens de rechtszaak, uit angst, tot driemaal toe omstanders had verzekerd Jezus niet te kennen. Daarna nam hij afscheid. Jezus gaf zijn discipelen de opdracht zijn blijde boodschap van vergeving van zonden door zijn dood en opstanding, waarmee een nieuw verbond tussen God en mens tot stand was gekomen, over de gehele wereld te verspreiden; en hij beloofde hen dat hij terug zou komen (de 'Wederkomst'). Vervolgens voer hij op naar de hemel (de 'Hemelvaart').

Jezus heeft zijn dood en opstanding zelf meerdere malen voorzegd en het is gebeurd, precies zoals hij gezegd heeft (Lukas 18:31-33).

Bestand:Jacopo Tintoretto 006.jpg

'Hemelvaart van Jezus' van Tintoretto

Namen en titels voor Jezus in de Bijbel[]

Een naam waarmee Jezus in de Bijbel wordt aangeduid is Immanuel (Hebreeuws voor God met ons). In de proloog van het Bijbelboek het Evangelie naar Johannes, in het Nieuwe Testament, wordt hij metaforisch voorgesteld als de Logos, het Woord, waarmee tevens de scheppingskracht van God wordt bedoeld: "In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. (...) Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond." Het Oude Testament, met name het boek Jesaja, bevat verschillende profetische gedeelten waarvan veel christenen menen dat ze op Jezus betrekking hebben. Daarin wordt hij onder meer 'de dienaar van de HEER' genoemd. Ook worden in het Oude Testament de geboorte, geboorteplaats (Bethlehem), en afkomst (stam van Juda, Davidische lijn) van de messias voorspeld. Christenen betrekken de beschreven titel 'Leeuw van Juda' op Jezus. Voorts wordt Jezus de Zoon van God genoemd en dikwijls ook aangeduid als Mensenzoon. Wat van het allergrootste belang is, is de benaming dat Jezus het Lam van God is, dat de zonden van de wereld wegneemt. Zelf heeft Jezus hier verscheidene malen op gewezen, en vlak voor zijn hemelvaart heeft Jezus zijn discipelen op het hart gedrukt dat in zijn naam aan de gehele wereld vergeving van zonden gepredikt moest worden. Het was de reden waarom hij zich liet kruisigen en eveneens waarom hij verrees uit de dood.

Wat Jezus zelf zei over wie hij is[]

Bestand:Andrea Mantegna 035.jpg

'Jezus op een troon' van Andrea Mantegna

Jezus noemde zich nadrukkelijk 'de Zoon' (van de Vader) en ook vaak 'de Mensenzoon' (NBG-vertaling: 'Zoon des Mensen'). Hij zei dat hij door 'de Vader' gezonden was en dat hij alleen dat zei en deed 'wat hij de Vader had zien doen'; daarmee gaf hij ten eerste letterlijk aan dat hij bij God vandaan naar de mensen was gekomen, ten tweede dat hij God de Vader goed kende en ten derde dat hij zijn missie niet op eigen initiatief was begonnen, maar dat hij gehoorzaam de taak uitvoerde die de Vader hem gegeven had. Ook zegt Jezus van zichzelf dat hij er was 'van voordat Abraham er was' (Joh. 8:58).

In het laatste Bijbelboek, de Openbaring, wordt een verschijning van Jezus beschreven, waarin hij zegt: 'Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde'. De vier evangeliën geven onder meer parabels weer, waarin Jezus nog veel meer "Ik ben"-functies op zichzelf betrekt, zoals: "Ik ben de ware wijnstok"; "Ik ben de deur"; "Ik ben de goede herder"; "Ik ben het licht voor de wereld"; "Ik ben het brood dat leven geeft". Deze claims liet hij overigens nooit op zichzelf staan, maar hij koppelde er steevast een belofte aan vast. Bijvoorbeeld: "Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft." Zijn missie vatte hij verder samen met de uitspraak: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door mij" en: "Ik en de Vader zijn een".

Veelzeggend is in dit kader dat toen hij gevangen was genomen, en door de joodse Hoge Raad, het Sanhedrin, werd ondervraagd, hij op de vraag van de hogepriester of hij de Messias, de Zoon van God was, het antwoord gaf: "‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel.’" (Matteüs 26:64). Deze woorden waren voor de hogepriester en de andere aanwezige leden van het sanhedrin voldoende om hem te beschuldigen van godslastering en hem ter dood te veroordelen. Voor een jood was namelijk het zichzelf gelijkstellen aan God de grootst mogelijke zonde en hierop stond de doodstraf.

In de drie jaar van zijn publieke optreden in Galilea en Judea, waarschuwde hij zijn vaste kern volgelingen regelmatig voor de naderende apotheose, en het onvermijdelijke afscheid. Meerdere keren voorspelde hij zijn eigen lijden, dood en opstanding. Hiermee gaf hij aan vrijwillig te kiezen voor het gehoorzamen van de opdracht van de Vader om deze verloren wereld te redden. Dit komt dramatisch tot uiting in de hof van Getsemane, waar Jezus in doodsangst zichzelf vrijwillig overgeeft: "Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt."

Hij zei terug te zullen keren naar 'de Vader', vanwaar hij de gelovigen zou blijven bijstaan. Hij beloofde daarbij dat zijn volgelingen de 'Heilige Geest' zouden ontvangen om hen verder te leiden op 'de weg'. Ook beloofde hij zijn terugkeer naar de aarde, op een tijdstip dat 'de Vader' zou bepalen, al gaf hij wel duidelijke kenmerken van de tijd voor zijn terugkomst: geloofsafval, liefde die verkilt, veel oorlogen en burgeroorlogen, veel epidemieën en hongersnoden, veel aardbevingen, etc. Vlak voor zijn Hemelvaart, benadrukte Jezus bij zijn discipelen het belang dat zijn boodschap van verlossing en bevrijding door vergeving van zonden, aan de gehele wereld bekend zou worden gemaakt.

Het uiterlijk van Jezus[]

In het Nieuwe Testament wordt nergens gesproken over het uiterlijk van Jezus. Alleen dat hij opgroeide tot een krachtige jongeman. Hij was dus zeker goed gezond van lijf en leden. Onder de joden is het verboden om portretten te maken en zo zijn er ook onder de eerste christenen, die veelal nog bekeerde joden waren, geen overgeleverd. In de vroege christelijke kunst, in de catacomben e.d., wordt hij vaak afgebeeld als 'de goede herder' met een gladgeschoren gezicht. Dit was echter niet gebruikelijk onder joodse mannen rond de eerste eeuw. Ook andere variaties van Jezus' uiterlijk uit die eerste eeuwen zijn bekend. Vanaf ongeveer de 6e eeuw komt er een soort standaardisatie van de portrettering van Jezus tot stand en verschijnt de Jezus die tegenwoordig nog meestal wordt afgebeeld: een europide uitziende man met volle baard en snor met halflange haren. Naar de huidige inzichten van historici droegen joodse mannen rond de eerste eeuw zo inderdaad vaak hun haar en baard. Voor degenen die de lijkwade van Turijn als authentiek beschouwen, geeft de daarop aanwezige afbeelding een Jezus weer die tamelijk lang was voor die tijd (tussen 180 en 190 cm) en krachtig gebouwd. Het gezicht lijkt veel op het traditionele Jezusportret. Of Jezus er werkelijk zo heeft uitgezien is onmogelijk meer na te gaan.

Zie ook[]


Christendom
Advertisement