Hoogfeesten van de Rooms-katholieke kerk[]
De Rooms-katholieke Kerk kent naast de gewone zondagen door het jaar, hoogfeesten, feesten, gedachtenissen en vrije gedachtenissen. (Vroeger en in de Tridentijnse liturgie: Feest van 1e klasse, 2e klasse, 3e klasse en ook: hoogfeest, hoogdubbel, dubbel, gedachtenis). Op een hoogfeest hoort een hoogmis gecelebreerd te worden, in grote kerken een Pontificale Hoogmis, de kleur is normaliter wit.
Tijdens het Liturgisch jaar dat met de advent aanvangt, viert de Kerk de volgende hoogfeesten:
- Maria Onbevlekt Ontvangen (8 december)
- Hoogfeest van de geboorte van de Heer (25 december)
- Feest van de H. Maria, Moeder van God (1 januari)
- Hoogfeest van de Openbaring van de Heer (6 januari, maar wordt in de liturgie gevierd op de zondag na 1 januari als 6 januari op een weekdag valt)
- Heilige Jozef (19 maart)
- Paasfeest (variabele datum tussen 22 maart en 25 april, zie: Paas- en Pinksterdatum)
- Aankondiging van de Heer/Maria Boodschap (25 maart)
- Christus Hemelvaart (de donderdag vóór de zesde zondag na paaszondag = 40 dagen na Pasen)
- Pinksteren (variabele datum, zevende zondag na paaszondag = 50 dagen na Pasen)
- Hoogfeest van de Drie-eenheid (zondag na Pinksteren = Drievuldigheidszondag)
- Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren = 60 dagen na Pasen, is in sommige Duitse staten een vrije dag, maar wordt ook wel de zondag erna gevierd.)
- Heilig Hart van Jezus (derde vrijdag na Pinksteren)
- Geboorte van de Heilige Johannes de Doper (24 juni)
- Heilige Petrus en Paulus, apostelen (29 juni)
- Maria-Tenhemelopneming (15 augustus)
- Kerkwijdingfeest van de eigen kerk (22 oktober, enkel voor de Belgische kerkprovincie en indien de historische verjaardag niet gevierd wordt)
- Kerkwijdingfeest van de eigen kerk (25 oktober, enkel voor de Nederlandse kerkprovincie en indien de historische verjaardag niet gevierd wordt)
- Allerheiligen (1 november)
- Heilige Willibrordus (7 november, enkel in de Nederlandse kerkprovincie)
- Heilige Livinus (12 november, enkel in de stad Gent)
- Christus Koning van het Heelal (eind november, 34e en laatste zondag van het liturgisch jaar)
Hoogfeesten van de Oosters-orthodoxe Kerk[]
Ook de Oosters-orthodoxe Kerk en de Oriëntaals-orthodoxe Kerk kennen hoogfeesten. De datumaanduiding is nogal eens problematisch, omdat een aantal kerken nog de Juliaanse kalender gebruikt, die dertien dagen "achterloopt" bij de Gregoriaanse kalender. Dat hier gegeven data zijn volgens de Juliaanse kalender. De Oosters-orthodoxe Kerk kent in het Liturgisch jaar de volgende 12 hoogfeesten:
- Geboorte van de Moeder Gods (21 september);
- Opdracht in de Tempel van de Moeder Gods (Tempelgang)(4 december);
- Verkondiging aan de Moeder Gods (7 april);
- Geboorte van Christus (Kerstmis (7 januari):
- Ontmoeting in de Tempel van Christus (15 februari);
- Theofanie (Doop van Christus in de Jordaan) (19 januari);
- Transfiguratie (Gedaanteverandering op de berg Thabor) (19 augustus);
- Intocht van Christus in Jeruzalem (Palmzondag) (laatste zondag voor Pasen);
- Hemelvaart des Heren (40 dagen na Pasen);
- Nederdaling van de Heilige Geest Pinksteren (50 dagen na Pasen);
- Ontslaping van de Moeder Gods (28 augustus);
- Kruisverheffing (27 september).
Het Paasfeest staat afzonderlijk, dat geldt in de Orthodoxie als het "Feest der Feesten" en is het hoogtepunt in het kerkelijk jaar. Pasen heeft een variabele datum tussen 22 maart en 9 mei, zie: Paas- en Pinksterdatum). Het valt op de zondag na de eerste volle maan van de lente.