Religie kennis Wiki
Advertisement

Gereformeerd protestantisme is een verzamelnaam voor calvinistische en daaraan verwante kerkelijke stromingen binnen het christendom, die zijn ontstaan tijdens de Reformatie. Deze kerken gaan terug op wat wel de 'Zwitserse reformatie' wordt genoemd. De breuk die ontstond tussen Huldrych Zwingli en Maarten Luther aangaande de avondmaalsleer gaf deze stroming een eigen karakter ten opzichte van het lutheranisme. Vandaag worden het lutheranisme en het gereformeerd protestantisme beschouwd als de twee hoofdstromingen die uit de Reformatie zijn voortgekomen.

Leer en voorgangers[]

Het gereformeerd protestantisme heeft diverse belangrijke vormgevers gehad, zoals de al genoemde Zwingli, Martin Bucer, Heinrich Bullinger, John Knox, Theodorus Beza, Guillaume Farel en Johannes Calvijn. Deze laatste heeft een belangrijk stempel weten te drukken, zodat men de gehele stroming ook wel aanduidt als calvinisme, hoewel dit begrip eigenlijk alleen slaat op de leer van Calvijn en het gereformeerd protestantisme als stroming breder gaat dan alleen zijn werk.

Belangrijke basiswerken binnen de stroming zijn in chronologische volgorde:

Gereformeerd protestantisme in Nederland[]

1rightarrow Zie ook Godsdiensten in Nederland, onder andere voor statistieken
Bestand:Gereformeerd.svg

Uitgebreid spectrum van de verschillende gereformeerden in Nederland vanaf 1816 tot 2006, met links extra de Evangelisch-Lutherse Kerk. De doorgaande verticale lijn stelt de Nederlands Hervormde Kerk voor. Klik op het plaatje voor een vergroting.

De verschillende gereformeerden in Nederland hebben een heel divers karakter en kunnen niet allemaal onder de orthodoxe protestantse stroming geplaatst worden. In werkelijkheid wijst de term dan ook op het feit dat een kerkelijke gemeente het stempel van de Reformatie (letterlijk: Reformering) draagt.

Geschiedenis[]

In 1571 werd in de Oost-Friese stad Emden de Nederduits Gereformeerde Kerk (NGK) gesticht. Deze verkreeg aanhang in de gehele Nederlanden: het huidige Nederland, en in Oost-Friesland en de Graafschap Bentheim in het huidige Duitsland. In de Tachtigjarige Oorlog werd het de publieke kerk van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In de Zuidelijke Nederlanden, die niet door de Republiek werden beheerst (Brabant, het huidige Limburg, Vlaanderen, Waalse gebieden), werden aanhangers streng vervolgd, wat een vluchtelingenstroom naar het Noorden op gang bracht. De Waalse vluchtelingen stichtten hun eigen Waalse kerken, waar Frans de voertaal was. De Nederduits-gereformeerden, die Nederduits (Nederlands) als voertaal hadden werden onderscheidden van de Waals-gereformeerden.

Tijdens de Synode van Dordrecht van de NGK in 1618 - 1619 werd de basis van de kerkelijke leer vastgelegd, de Drie Formulieren van Enigheid: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de (tijdens diezelfde synode vastgestelde) Dordtse Leerregels. Tevens gaf de Dordtse synode de opdracht tot een goede bronvertaling van de Bijbel in het Nederlands, tegenwoordig bekend als de Statenvertaling, welke in 1637 voltooid werd.

In de 17e en 18e eeuw ging een deel van de gereformeerden mee in een zogenoemde Nadere Reformatie, een vroomheidsbeweging die nadruk legde op het zo strikt mogelijk volgen van de kerkelijke leer. Een groot deel volgde echter deze beweging niet. Hierdoor ontstonden binnen de NGK grote verschillen in opvattingen en levenshouding, die enkel vanwege het sterk decentrale karakter van de kerk (plaatselijke gemeenten waren grotendeels zelfstandig) overbrugbaar waren.

Ook in de koloniën van de Republiek ontstonden gereformeerde kerken. Er ontstonden gemeenten op, Java (Indonesië), in Recife (Brazilië), Berbice (Guyana), Suriname, Nieuw-Amsterdam (New York, VS), Elmina (Ghana) en Kaapstad (Zuid-Afrika). In sommige landen bestaan de kerkgenootschappen nog steeds, zoals de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika en de Reformed Church of America in de VS. Op diverse plaatsen herinneren de eeuwenoude kerkgebouwen nog aan de Nederlandse tijd.

Na de Franse tijd, in 1816, wordt bij Koninklijk Besluit van Willem I een nieuwe kerkorde ingevoerd, waarbij de Nederduitse en Waalse kerken samengevoegd worden tot de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK).

De kerken in Oost-Friesland en Bentheim vallen buiten het nieuwe kerkverband. Deze gebieden integreren langzaam in Duitsland, waardoor men er in de 19e eeuw langzaam overschakelt van Nederduits/Nederlands naar Hoogduits als officiële taal. Ook veel kerken veranderen geleidelijk van taal en gaan later samenwerken met de lutherse kerken (zie verder #Duitsland).

De nieuwe Nederlandse Hervormde Kerk is veel centralistischer dan haar voorganger. Hoewel formeel in de Franse tijd de scheiding tussen kerk en staat is doorgevoerd, en in de grondwet vrijheid van godsdienst wordt beleden, bemoeide juist koning Willem I zich erg veel met godsdiensten in het algemeen en de NHK in het bijzonder. De nieuwe kerkorde uit 1816 schept dan ook veel onrust in sommige plaatselijke gemeenten, met name vanwege het centralisme. Dit leidt uiteindelijk tot de Afscheiding van 1834 onder leiding van ds. Hendrik de Cock. De afgescheidenen worden in de eerste jaren actief door de staat vervolgd. Pas als in 1840 Willem I terugtreedt wordt dit minder. Met de invoering van een liberale grondwet in 1848 stoppen de vervolgingen.

Alle huidige "gereformeerde" kerken komen voort uit de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 onder leiding van Abraham Kuyper.

Gereformeerd-protestantse kerkgenootschappen in Nederland[]

Sinds 1571 is er sprake geweest van de volgende gereformeerde kerkgenootschappen (vetgedrukte bestaan nog, zie illustratie):

Opmerking: De Gereformeerde Bond, opgericht in 1906, is niet in de opsomming meegenomen. Dit is namelijk geen kerkgenootschap, maar een orthodoxe groepering binnen de PKN.

Hoofdstromingen[]

In de 21e eeuw is het gereformeerd protestantisme in Nederland, dat ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking aanhangt, globaal in vijf groepen te onderscheiden, verdeeld over de volgende kerkgenootschappen:

  • Vrijzinnigen:
    • Protestantse Kerk in Nederland
      • Vereniging van Vrijzinnige Hervormden (in NHK)
    • Remonstrantse Broederschap
Vrijzinnigen waren in de negentiende eeuw een belangrijke groep binnen de Nederlandse Hervormde Kerk (zo'n kwart van de leden). Vooral in Noord-Holland, Groningen en Drenthe was hun aandeel erg groot. Door ontkerkelijking is deze groep echter steeds verder gemarginaliseerd, waardoor thans minder dan 10% van de Protestantse Kerk in Nederland tot de vrijzinnigen gerekend kan worden. De Remonstrantse Broederschap is wel een volledig vrijzinnig kerkgenootschap. Vrijzinnigen vormen geen eenheid en zijn politiek en maatschappelijk in de meest uiteenlopende partijen en organisaties actief. In de negentiende eeuw is de vrijzinnigheid - toen ook wel 'moderne theologie' genoemd - sterk gestempeld door het werk van de theologen Johannes Henricus Scholten en C.W. Opzoomer. Het is sinds die tijd niet meer gebruikelijk om de vrijzinnig-protestanten het etiket 'gereformeerd' te geven.
  • Midden-orthodoxie:
    • Protestantse Kerk in Nederland (v/m Nederlandse Hervormde Kerk)
De midden-orthodoxie vormde de hoofdstroming in de Nederlandse Hervormde Kerk. De midden-orthodoxen en de modern-gereformeerden (zie onder) zijn de motor geweest achter de kerkfusie tot de Protestantse Kerk in Nederland. De Nederlandse koninklijke familie, sterk verbonden met de Nederlandse Hervormde Kerk, behoort tot de hervormde midden-orthodoxie, hoewel koningin Juliana eerder vrijzinnig was. Deze groep is politiek vooral sterk aanwezig in het CDA. Kinderen gaan meestal naar protestants-christelijke scholen. De term midden-orthodoxie is voor het eerst gebruikt door de theoloog Hendrikus Berkhof.
  • Modern-gereformeerden:
    • Protestantse Kerk in Nederland (v/m Gereformeerde Kerken in Nederland)
    • Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
"Modern-gereformeerd" is een benaming die gebruikt wordt voor de gereformeerden (met name uit de Gereformeerde Kerken in Nederland) die in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw geprobeerd hebben de gereformeerde orthodoxie aansluiting te laten vinden bij maatschappelijke ontwikkelingen. Oorspronkelijk bestond de categorie "modern-gereformeerd" niet; tot ca. 1970 behoorden de Gereformeerde Kerken in hun geheel nog tot de "orthodox-gereformeerden". De Gereformeerde Kerken vormden het hart van de orthodoxe gereformeerde zuil en kenden nauwe banden met de Vrije Universiteit Amsterdam, Scholen met den Bijbel, de NCRV, dagblad De Standaard (later Trouw) en de Anti-Revolutionaire Partij.
De Gereformeerde Kerken, het grootste kerkverband in de gereformeerde gezindte, werden lange tijd gekenmerkt door het klassiek gereformeerde belijden in neo-calvinistische zin. Zij beschouwden zich als de meest Ware Kerk van Christus en hadden een gesloten, rationalistisch en streng karakter. De orthodoxe theologische opvattingen van Abraham Kuyper, Herman Bavinck en - later - G.C. Berkouwer zetten een stempel op het kerkelijke leven en denken binnen de Gereformeerde Kerken. Onder invloed van meer eigentijdse theologische opvattingen (onder meer uitgedragen door de invloedrijke VU-hoogleraar Harry Kuitert en de Leidse studentenpredikant Herman Wiersinga) is na 1970 voor de hoofdstroom binnen de Gereformeerde Kerken de term "modern-gereformeerd" in zwang gekomen. Een stroming die moeite met deze veranderingen heeft is het 'Confessioneel Gereformeerd Beraad'.
De orthodox-gereformeerden vormen de hoofdstroming in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken en ongeveer de helft van de leden binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (de andere helft kan tot de bevindelijk-gereformeerden gerekend worden). Deze drie kerken werken steeds nauwer samen, en verwacht wordt dat zij op termijn wellicht tot fusie zullen overgaan (op plaatselijk niveau is dat soms al het geval). Een deel van de vrijgemaakten heeft zich in 2003 uit protest tegen deze samenwerking afgescheiden in de Gereformeerde Kerken (hersteld), een vrij gesloten kerkgenootschap. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland kunnen de leden van de 'Confessionele vereniging' (ontstaan in NHK) en het 'Confessioneel Gereformeerd Beraad' (ontstaan in de GKN) tot de orthodox-gereformeerden gerekend worden. De orthodox-gereformeerde theologie en maatschappijopvatting is sterk gestempeld door het werk van de Nederlandse theologen Abraham Kuyper en Herman Bavinck, en werd vroeger voornamelijk uitgedragen door de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Vooral de vrijgemaakten hadden tot voor kort een hechte zuil, met eigen vrijgemaakt-gereformeerde scholen, een eigen partij (GPV, opgegaan in de ChristenUnie), een eigen krant (Nederlands Dagblad), etc. De grenzen van deze zuil zijn echter vervaagd, met name in de richting van andere orthodox-gereformeerde kerken, maar ook richting de evangelische stroming enerzijds en midden-orthodoxe kerken anderzijds. De Evangelische Omroep steunt in grote mate op orthodox-gereformeerde kerken en evangelische groepen. In politiek opzicht is deze stroming hoofdzakelijk te vinden bij de ChristenUnie.
De Gereformeerde Kerken in Nederland (met afstand het grootste gereformeerde kerkgenootschap) behoorden tot ca. 1970 in hun geheel nog tot de orthodox-gereformeerden. Door liturgische en theologische vernieuwingen binnen dit kerkgenootschap wordt de hoofdstroom van de GKN sindsdien ingedeeld in een aparte categorie, de modern-gereformeerden (zie boven).
  • Bevindelijk gereformeerden:
    • Protestantse Kerk in Nederland
    • Christelijke Gereformeerde Kerken
      • Bewaar het Pand
    • Gereformeerde Gemeenten
    • Gereformeerde Gemeenten in Nederland
    • Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband)
    • Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland
    • Vrije Gereformeerde Gemeenten * Hersteld Hervormde Kerk
De bevindelijk gereformeerden vormen de strengste groep gereformeerden en zonderen zich om die reden af van de rest van de bevolking. De kerkelijke verdeeldheid is groot: maar liefst zes kerkgenootschappen zijn bevindelijk gereformeerd en ook de helft van de Christelijke Gereformeerde Kerken en een aanzienlijke minderheid binnen de PKN (leden van de Gereformeerde Bond) is bevindelijk. Daarnaast bestaat er ook nog een groot aantal "vrije gemeenten" die niet tot een kerkverband behoren. Dit is mede te verklaren uit het zeer grote belang van de eigen bevinding van het geloof, waardoor over godsdienstige zaken snel onenigheid kan ontstaan. De bevindelijke theologie grijpt met name terug op zeventiende en achttiende-eeuwse theologen, de zogenaamde "oude schrijvers", die echter veelal worden gelezen door de bril van de twintigste-eeuwse theologen van de verschillende kerkgenootschappen. Zo zijn de drie kerkgenootschappen van de Gereformeerde Gemeenten gestempeld door het werk van de theoloog Gerrit Hendrik Kersten, dat zij echter ieder weer verschillend uitleggen.
Zo verdeeld als men kerkelijk is, zo verenigd is men echter in de politiek, binnen de SGP. Daarnaast is er vanaf de jaren '60 een hele reformatorische zuil ontstaan, met een eigen krant (Reformatorisch Dagblad), eigen reformatorische scholen en de meest uiteenlopende maatschappelijke organisaties.

De bevindelijk gereformeerden en orthodox-gereformeerden samen worden in Nederland ook wel aangeduid als de "gereformeerde gezindte". Er wordt samengewerkt binnen het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte (COGG). Vóór de totstandkoming van het Samen op Weg-proces (maar volgens sommige indelingen ook nu nog) werden echter ook de Gereformeerde Kerken in Nederland tot de gereformeerde gezindte gerekend. Deze kerken hebben begin jaren ’50 zelfs aan het begin gestaan van het COGG. De bevindelijk gereformeerden, orthodox-gereformeerden en evangelicalen vormen samen het orthodox-protestantisme.

"Gereformeerd" ,"reformatorisch" ,"protestants" en "hervormd"[]

Binnen de context van het gereformeerd protestantisme worden vaak de begrippen "gereformeerd", "hervormd", en "protestants" door elkaar gebruikt, telkens in een andere context of met verschillende definities. Dit is niet verwonderlijk, omdat bepaalde begrippen voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Het onderscheid, in de Nederlandse taal, tussen "gereformeerd" en "hervormd" is pas ontstaan na de Afscheiding van 1834. Voordien sprak men tussen 1571 en 1816 uitsluitend over "gereformeerden" en sinds 1816 (stichting Nederlandse Hervormde Kerk) over "hervormden". De afgescheiden kerken gebruikten het begrip 'gereformeerd' om aan te geven dat zij teruggingen op de oude kerk en de nieuwere Nederlandse Hervormde Kerk afwezen. Sindsdien werden met "gereformeerden" leden van de verschillende gereformeerde kerkgenootschappen bedoeld en met "hervormden" leden van de Nederlandse Hervormde kerk.

De woorden 'gereformeerd' en 'hervormd betekenen taalkundig precies hetzelfde. In beide gevallen gaat het om kerken die uit de Reformatie of Hervorming zijn voortgekomen. Gereformeerd is een Nederlands synoniem, maar met de oudste rechten; hervormd is een etymologisch Nederlands begrip, maar wel pas sinds 1816 in gebruik. In andere talen bestaat dit onderscheid niet (Engels: Reformed, Duits: reformiert, Frans: reformé), waardoor men vaak moeite heeft om het onderscheid tussen gereformeerd en nederlands-hervormd aan te geven.

Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk ontstond in 1906 echter ook een rechtzinnige beweging, die zichzelf de Gereformeerde Bond noemde. Leden worden "gereformeerd-hervormd" genoemd. De twee begrippen overlappen elkaar dus. Het onderscheid tussen gereformeerd en hervormd zegt overigens niets over de mate van recht- of vrijzinnigheid: binnen de NHK waren alle stromingen aanwezig, van de meest rechtzinnige tot de meest vrijzinnige.

Doordat de NHK in 2004 met het grootste gereformeerde kerkgenootschap, de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), en de Evangelisch-Lutherse Kerk fuseerde tot de Protestantse Kerk in Nederland, is het onderscheid tussen "gereformeerd" en "hervormd" deels verdwenen. De meeste plaatselijke gemeenten bleven zelfstandig, maar er zijn ook plaatselijke gemeenten waarin gereformeerden en hervormden samenwerken. Deze worden "protestantse gemeenten" genoemd.

Mede daardoor identificeert een deel van de vroegere gereformeerden en hervormden zichzelf enkel nog als "protestants". Dit roept echter nieuwe verwarringen op, omdat het begrip "protestants" ook een internationale verzamelnaam is voor alle niet-oosterse en niet-katholieke kerken binnen het christendom, met andere woorden alle christelijke kerken die sinds de Reformatie zijn ontstaan (zie Protestantisme).

Bijkomende verwarring schept het drietal betekenissen van het woord "gereformeerd", die door elkaar heen gebruikt worden: men kan doelen op de gehele gereformeerde gezindte, óf uitsluitend op leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), terwijl daarnaast de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) lange tijd de term "gereformeerd" voor hun eigen organisaties geclaimd hebben. In het verlengde hiervan wordt de term "Gereformeerde Kerk" nogal eens gebruikt om zowel de GKN als (abusievelijk) alle gereformeerde kerkgenootschappen gezamenlijk mee aan te duiden. Bovendien spreekt men dikwijls van "gereformeerd", wanneer men specifiek de bevindelijk gereformeerden voor ogen heeft. De bevindelijk gereformeerden gebruiken doorgaans de aanduiding "reformatorisch" voor hun eigen organisaties om zo het misverstand te vermijden dat deze behoren tot de in feite minder orthodoxe GKN of de niet-bevindelijke GKV. In enkele gevallen wordt die term ook wel eens voor bevindelijk-gereformeerden en orthodox-gereformeerden samen gebruikt, met name wanneer het organisaties betreft die ontstaan zijn voor de jaren zeventig waarin de reformatorische zuil tot ontwikkeling kwam.

N.B. Wanneer in artikelen over personen (biografieën) op Wikipedia wordt gesproken over gereformeerd (zonder een toevoeging als bevindelijk-, christelijk- of vrijgemaakt), dan worden hiermee de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) bedoeld. Wanneer bijvoorbeeld wordt gezegd dat een man gereformeerd is, dan wordt hiermee aangegeven dat hij lid was van de GKN toen deze opging in de PKN. 'Gereformeerd' (zonder enige toevoeging) wordt in biografieën meestal op deze manier gebruikt, als bijvoeglijk naamwoord van de Gereformeerde Kerken in Nederland.

Gereformeerd protestantisme elders in de wereld[]

België[]

1rightarrow Zie ook Verenigde Protestantse Kerk in België

In België is het protestantisme een minderheidsstroming van het christendom. De grootste stroming is er het rooms-katholicisme. Desondanks is er in België een kleine gemeente gereformeerden, die grotendeels onder invloed van Nederland in België is terechtgekomen toen België nog bij het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden hoorde. Ook zijn er enkele gereformeerde kerken, die later vanuit Nederland zijn gevormd, onder meer een Gereformeerde kerk vrijgemaakt in Gent en een Christelijke Gereformeerde kerk in Antwerpen.

Alleen in de Vlaamse Ardennen, de streek rond Oudenaarde, bestonden sinds de Reformatie calvinistische kerken van de zogenoemde Bosgeuzen. Deze groep van acht kerkgemeenten werd door Lodewijk van Nassau in de 17e eeuw de 'Vlaamse Olijfberg' genoemd. Van de acht oorspronkelijke gemeenten is de Protestantse Kerk Horebeke in het gehucht Korsele bij Sint-Maria-Horebeke (gemeente Horebeke) de enige die nog altijd bestaat. De kerkgemeente Etikhove (gemeente Maarkedal) ging na haar opheffing in 1913 op in de Protestantse Kerk van Ronse. Ronse stond vlak na de beeldenstorm voor een korte periode onder calvinistisch bestuur, maar na de Spaanse onderdrukking vluchtten vele kerkleden naar Engeland, Nederland en Duitsland. Pas in 1903 werd de protestantse gemeente opnieuw opgericht.

Duitsland[]

Het protestantisme in Duitsland wordt sinds de Reformatie hoofdzakelijk gedomineerd door de lutheranen. Slechts regionale minderheden zijn evangelisch-reformiert. De gereformeerden in Duitsland zijn hoofdzakelijk beïnvloed door Huldrych Zwingli en Heinrich Bullinger. Een andere bijzonderheid is de hechte samenwerking van het grootste deel van de gereformeerden met de lutheranen in de Evangelische Kirche in Deutschland. De basis voor deze samenwerking werd gelegd door de Pruisische vorsten, die zelf calvinistisch waren, terwijl het merendeel van de Pruisische bevolking luthers was. Om deze reden en om de eenheid in het rijk te bevorderen, verordonneerde Frederik Willem III van Pruisen in 1817 een samengaan van beide kerkgenootschappen.

Vandaag bestaan er binnen de Evangelische Kerk zowel aparte lutherse en gereformeerde kerkgenootschappen als gezamenlijke Landeskirchen, zoals in Lippe, waar alleen de afzonderlijke kerkgemeenten hetzij luthers hetzij gereformeerd zijn. Er zijn echter voorbeelden waar ook op gemeenteniveau samengewerkt wordt. Deze zijn te vergelijken met de protestantse gemeenten (vroeger Samen-op-Weg-gemeenten) binnen de Protestantse Kerk in Nederland.

Toch zijn er ook duidelijke verschillen tussen calvinisten en lutheranen. Zo bestaat er juist bij de gereformeerden meer afstand tot de overheid dan bij de lutheranen, die net als in Scandinavië geneigd zijn zich hecht met het gezag te verbinden. Gedurende de nazi-tijd behoorden dan ook relatief veel gereformeerden tot de verzetsbeweging van de Bekennende Kirche.

Van de 25 miljoen protestanten in Duitsland zijn er ongeveer 2 miljoen gereformeerd. Zij zijn verenigd in de Reformierter Bund. Behalve de gereformeerde genootschappen binnen de Evangelische Kerk van Duitsland behoren hier ook de evangelisch-altreformierten (vrije gereformeerden, een van evangelische 'Freikirchen') toe.

Frankrijk[]

Door het werk van Calvijn bekenden veel Fransen zich in de 16e en 17e eeuw tot het calvinisme, maar de Franse koningen onderdrukten deze zogenoemde hugenoten hard. Als gevolg daarvan moesten vele calvinisten vluchten naar Zwitserland, Nederland (en deels verder naar Amerika of Zuid-Afrika), Duitsland en Engeland. Vele emigranten stichtten daar aparte Franstalige kerkgemeenten, zoals de Waals Hervormden in Nederland.

Pas in de republikeinse tijd in 1848 ontstond er weer voorzichtig een gereformeerde kerk in Frankrijk zelf. Deze kreeg een extra impuls na WOI, toen Elzas-Lotharingen bij Frankrijk werd gevoegd. Hier bevindt zich nog altijd een grote protestantse (calvinistische en lutherse) minderheid. Vandaag heeft de Église Réformée de France zo'n 350.000 leden.

Hongarije en omliggende landen[]

De Hongaarse Gereformeerde Kerk is de enige nationale calvinistische kerk die tot vandaag heeft overleefd zonder afsplitsingen. Toch heeft de kerk veel te lijden gehad van de opdeling van het Hongaarse koninkrijk na de Eerste Wereldoorlog en de communistische tijd na de Tweede Wereldoorlog.

Bij de volkstelling in 2001 waren er ruim 1,6 miljoen Hongaren (16% van de bevolking) die zichzelf opgaven als lid van de Gereformeerde Kerk. In Transsylvanië (Roemenië) noemden bij de volkstelling van 2002 nog eens 700.000 mensen zich gereformeerd. Nagenoeg alle Roemeense calvinisten zijn etnische Hongaren, die in Roemenië voor iets meer dan de helft calvinistisch zijn. In het zuiden van Slowakije wonen volgens de volkstelling in dat land 110.000 etnisch Hongaarse gereformeerden. Samen met bescheiden calvinistische gemeenschappen in Oekraïne (Transkarpathië) en Servië (Vojvodina) zijn er zo'n 2,5 miljoen gereformeerden op een totaal van 12,5 miljoen Hongaren in Europa.

Schotland[]

Met Nederland is Schotland zowat het enige land ter wereld dat ooit een gereformeerde meerderheid kende. Ook in Schotland heeft de Kerk van Schotland, bijgenaamd de 'Kirk', echter te lijden onder een teruglopend ledenaantal en enkele, zij het vergeleken met Nederland veel bescheidener, afsplitsingen. De Kerk van Schotland bouwt grotendeels voort op het werk van John Knox.

Volgens eigen officiële gegevens heeft de Schotse landskerk ongeveer 600.000 leden, wat overeenkomt met 12% van de Schotse bevolking. Toch bekende bij de laatste volkstelling in 2001 maar liefst 42% van de Schotten zich tot de Kirk.

Zwitserland[]

De Zwitserse Gereformeerde Kerken werd gesticht onder invloed van het werk van Huldrych Zwingli en Heinrich Bullinger in het Duitse taalgebied en Willem Marel en Johannes Calvijn in het Franse taalgebied. Calvijn en Bullinger verenigde in 1549 in Zürich hun krachten in de Tweede Helvetische Confessie of Consensus Tigurinus. Toch heeft elk kanton zijn eigen kerk en zijn de Duitstalige kantonkerken duidelijk meer door Zwingli en Bullinger en de Franstalige kantonkerken meer door Calvijn beïnvloed. Een kenmerk van de Zwingliaanse kerken is hun traditioneel hechte band met de staat (het kanton).

Bij de volkstelling van 2000 bekenden 2,4 miljoen Zwitsers zich tot een van de evangelisch-reformierte kerken, hetgeen overeenkomt met 33% van de totale Zwitserse bevolking. Sinds 1970, toen nog 46% calvinistisch was, is een scherpe daling in het aandeel gereformeerden zichtbaar. Ook de katholieke kerk, waartoe de andere helft van de Zwitsers behoorde, heeft veel leden verloren.

Andere werelddelen[]

In Zuid-Afrika, Canada, de Verenigde Staten, Indonesië, Australië, Nieuw-Zeeland en vele andere landen zijn door emigratie en zendingswerk, onder andere van Nederlanders, ook aanzienlijke gereformeerde kerkgenootschappen ontstaan.

Zuid-Afrika[]

In Zuid-Afrika, waar de calvinistische kerken volledig uit de Nederlandse traditie voortkomen, is het aantal gereformeerden met 3,2 miljoen in 2001 zelfs hoger dan in Nederland. De belangrijkste kerkgenootschappen zijn hier:

  • de Nederduitse Gereformeerde Kerk (NG Kerk), de oudste kerk van Zuid-Afrika, gesticht in de 17e eeuw en geconcentreerd in de Kaapprovincies
  • de Nederduitsch Hervormde Kerk (NH Kerk), ontstaan en geconcentreerd in Transvaal
  • de Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika (GKSA, Dopperkerk), afscheiding van de NG Kerk uit de 19e eeuw en verbonden met de Gereformeerde Kerken in Nederland
  • de Evangelies-Gereformeerde Kerk (EGK), gesticht in 1944 als afscheuring van de NG Kerk, door leden die de uitverkiezingsleer verwerpen.
  • de Vrye Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika (VGKSA), gesticht in 1950 door Nederlandse immigranten als zusterkerk van de "Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt)".
  • de Afrikaanse Protestantse Kerk (APK), gesticht in 1987 als afscheuring van de NG Kerk, door leden die de kerk willen voorbehouden aan blanke Afrikaners.

De NG Kerk, NH Kerk en GKSA worden ook wel de Drie Susterkerke genoemd. Hiertoe behoorde oorspronkelijk de overgrote meerderheid van de Afrikaanstaligen in Zuid-Afrika: in 1980 nog 91%. Bij de laatste volkstelling van 2001 was dit percentage gedaald tot 51%. Deze daling is grotendeels te verklaren door ontkerkelijking, deels door het ontstaan van de APK en deels door de opkomst van evangelische en pinksterkerken.

Externe link[]


af:Gereformeerde kerke ca:Església Reformada cs:Reformovaná církev da:Reformerte kirke eo:Reformita Eklezio fi:Reformoidut kirkot fr:Églises réformées hr:Reformirane kalvinističke crkve hu:Református egyházak ia:Ecclesias reformate id:Gereja Hervormd it:Chiese riformate ja:改革派教会 ko:개혁교회 lb:Reforméiert Kierchen lt:Evangelikai reformatai lv:Reformātu baznīca nds:Reformeerte Kark nds-nl:Gerefformeerd no:Den reformerte kirke oc:Glèisa Reformada pt:Igrejas Reformadas ro:Biserica Reformată ru:Реформатская церковь simple:Reformed churches sv:Reformert kristendom th:กลุ่มคริสต์ศาสนปฏิรูป tr:Reform Kiliseleri zh:歸正宗

Advertisement