Religie kennis Wiki
Registreer
Advertisement

De bevindelijk gereformeerden vormen een orthodox-protestantse groepering in de Nederlandse bevolking. Ze maken deel uit van de rechterflank van het gereformeerd protestantisme.

Bestand:P1020324copyKerk Staphorst.jpg

Kerkgebouw Hersteld Hervormde Gemeente te Staphorst

Bestand:2007-03-08 09.58 Opheusden, kerk foto1.JPG

Kerkgebouw Gereformeerde Gemeente in Ned. te Opheusden

Bestand:Kerkzaal1 ggin barneveld.jpg

Kerkinterieur Gereformeerde Gemeente in Ned. te Barneveld

Typering en omvang[]

Achtergrond, organisatie en omvang[]

De Nederlandse bevolking kent allerlei groepen en richtingen. Reeds vanaf het ontstaan van Nederland als natie in de 16e eeuw hebben allerlei groepen en bewegingen in Nederland een thuis gevonden. Het was en het is opmerkelijk dat in Nederland, meer dan in alle andere landen van Europa, een dergelijke verscheidenheid ook werd geïnstitutionaliseerd. Protestanten, gereformeerden, wederdopers, vrijdenkers, ballingen, joden en in de minderheid katholieken tegenwoordig ook vonden in de Lage Landen een plek om te wonen. De verscheidenheid aan bevolkingsgroepen met eigen gebruiken en opvattingen is dus al een lang bestaande traditie in Nederland, waarvoor ook in wetenschap, media, politiek en maatschappij steeds veel aandacht is.

Binnen die context zijn ook de bevindelijk gereformeerden een groep in de Nederlandse maatschappij. Politiek zijn zij georganiseerd binnen de SGP; kerkelijk zijn deze mensen te vinden in de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, verschillende vrije gemeenten en in een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken (met name rond het tijdschrift Bewaar het Pand), de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De bevindelijk gereformeerden moeten niet verward worden met de 'gewone' gereformeerden, die kerkelijk behoorden tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. De bevindelijk-gereformeerden moeten ook onderscheiden worden van de groep die nu meestal wordt aangeduid als orthodox-gereformeerden. Deze groepering is onder meer te vinden in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, deels in de Christelijke Gereformeerde Kerken en binnen de PKN in de Confessionele Vereniging en het Confessioneel Gereformeerd Beraad. De orthodox-gereformeerden, hoewel zij orthodox in de leer zijn, leggen veel minder nadruk op de 'bevinding' en onderscheiden zich ook in levensstijl veel minder van de niet-gereformeerden.

Bestand:SGP-stemmers per gemeente Tweede Kamer 2003.png

Verspreiding van de bevindelijk gereformeerden over Nederland: SGP-stemmers per gemeente bij de tweede kamerverkiezingen van 2003: grijs = 0-4,9%; verschillende tinten rood geven elk een stijging van 5% aan tot de klasse 30-34,9% (in Urk)

De cijfermatige schattingen over deze groep lopen wat uiteen. Bij de verkiezingen in 2003 behaalde de SGP circa 150.000 stemmen. Volgens het enige recente onderzoek naar het aantal bevindelijk gereformeerden was het aantal bevindelijk gereformeerden in 2005 220.980[1], dit aantal is exclusief de Bonders in de PKN. Het aantal aanhangers van de meeste bevindelijke kerkgenootschappen blijft of gelijk of groeit licht.

Over het algemeen kan gesteld worden dat de kerk in Nederland meer en meer een randverschijnsel is geworden. Uit het SCP-rapport Secularisatie in Nederland van 1994 bleek dat toen 49% van de Nederlanders onkerkelijk was. Het SCP bracht in september 2006 een nieuwe studie uit onder de titel Godsdienstige veranderingen in Nederland. Het blijkt dat het aantal kerkelijken in Nederland drastisch verder is gedaald. In het jaar 2000 was 62% van de Nederlanders niet verbonden met een of andere kerk of godsdienst. Het aantal aanhangers van de meeste bevindelijke kerkgenootschappen is recentelijk echter niet afgenomen en relatief wordt door deze trends het belang van de bevindelijken binnen christelijke kring steeds groter.

Desondanks gaat ook de securalisatie de bevindelijk kerkgenootschappen niet geheel voorbij, begin 2008 heeft de laatste christelijke gereformeerde kerk (Oud-Vossemeer) de derde zondagsdienst afgeschaft, waardoor binnen de bevindelijk gereformeerde gezindte alleen de Gereformeerde Gemeenten, de Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland nog een derde dienst hebben. Alleen in Rijssen en in gedeelten van de provincie Zeeland zijn er nu nog drie kerkdiensten; in de rest van de bijbelgordel en Nederland is dit gebruik afgeschaft.

Zwartekousenkerk[]

In de volksmond wordt de bevindelijk gereformeerde kerk ook wel zwartekousenkerk genoemd. Omdat deze naam een neerbuigend karakter heeft zullen de leden van deze kerk zichzelf zo niet noemen. De benaming is afgeleid van de kleding die door veel oudere vrouwen uit deze kerken op zondag maar meestal de hele week gedragen wordt.

Geografische verspreiding[]

Bevindelijk gereformeerden wonen geografisch gezien vooral in een strook die loopt van Walcheren tot Staphorst, de zogenaamde Bijbelgordel. Ze zijn vooral sterk vertegenwoordigd in.: Ouddorp, Tholen, Opheusden, Kesteren, Garderen, Elspeet, Genemuiden, Staphorst, Urk, Katwijk en Rijssen.

De twintig grootste reformatorische kerkelijke gemeenten in Nederland zijn:

Gemeente Plaats Leden Predikant
Hersteld Hervormd Staphorst 5235 ds. B. Reinders
Gereformeerde Gemeente Barneveld 3416 ds. C. Hogchem
Gereformeerde Gemeente in Ned. Barneveld 3211 ds. J. Roos
Gereformeerde Gemeente in Ned. Opheusden 3205 ds. A. van Voorden
Gereformeerde Gemeente Rijssen-Zuid 2745 ds. A. Schreuder
Hersteld Hervormde Kerk Ouddorp 2517 ds. H. Lassche
Gereformeerde Gemeente Rijssen-Noord 2367 ds. C.A. van Dieren
Gereformeerde Gemeente Kootwijkerbroek 2275 ds. G. Beens
Gereformeerde Gemeente Nunspeet 2270 ds. A. Schot
Hersteld Hervormde Kerk Katwijk aan Zee 2230 ds. A. Vlietstra
Hersteld Hervormde Kerk Lunteren 2210 ds. K.J. Kaptein & ds. A.J. Schalkoort
Hersteld Hervormde Kerk Opheusden 2161 ds. J.C. den Ouden
Gereformeerde Gemeente Yerseke 2228 ds. C. van Krimpen
Gereformeerde Gemeente Veenendaal 2122 vacant
Gereformeerde Gemeente Genemuiden 2085 vacant
Gereformeerde Gemeente Krabbendijke 2070 vacant
Hersteld Hervormde Kerk Garderen 1968 ds. W. Pieters
Gereformeerde Gemeente Hendrik Ido Ambacht 1997 ds. M. Joosse
Christelijke Gereformeerde Kerk Sliedrecht-Bethel 1905 ds. J.P. Boiten & ds. A. van der Zwan
Gereformeerde Gemeente Hardinxveld-Giessendam 1880 ds. W.J. Karels

Aandacht[]

De bevindelijk gereformeerden staan bij tijd en wijle in de aandacht. Recent zijn er verschillende dissertaties over deze groep in de Nederlandse maatschappij verschenen. Prof. Anne van der Meiden heeft in 1968 in zijn boek De zwartekousenkerken, Portret van een onbekende bevolkingsgroep, als een van de eersten publieke aandacht voor deze groepering gevraagd. In 1993 verscheen van dit boek een zesde, bijgestelde druk. Overigens komt Van der Meiden zelf ook min of meer uit deze groepering maar heeft hij die later verlaten. Over het algemeen stellen de bevindelijk gereformeerden deze aandacht niet zo erg op prijs. Als geheel is het een enigszins gesloten groep die echter wel een duidelijke ontwikkeling meemaakt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Amish in de Verenigde Staten behoort deze groep wel echt tot de Nederlandse bevolking. De SGP is de oudste partij in het huidige politieke bestel. Het overgrote deel van de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep stemt op de SGP.

Op 7 september 2005 is de SGP en daarmee de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep nadrukkelijk in de publiciteit gekomen vanwege het zogenoemde vrouwenstandpunt van de SGP, namelijk dat vrouwen het passieve kiesrecht niet toekomt, d.w.z. dat op grond van de Bijbel vrouwen niet het recht dienen te hebben om gekozen te worden, bijvoorbeeld tot kamerlid. De bevindelijk gereformeerden zien vrouwen en mannen wel als gelijkwaardig, maar niet als gelijk. De rechter oordeelde dat een dergelijke opvatting in strijd is met het VN-verdrag dat vrouwendiscriminatie wil tegengaan en beval de Nederlandse staat om de SGP niet langer te subsidiëren. De rechter wilde niet zover gaan om de SGP te verbieden, al was dit door de eiseres, het Clara Wichmannfonds, wel gevraagd. De staat is inmiddels tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan; de subsidiekraan naar de SGP is echter per 1 januari 2006 dichtgegaan. In 2007 vernietigde de Raad van State het vonnis van de bestuursrechter, daarmee komt de SGP wel weer subsidie toe. Op dit moment loopt er nog een civiele procedure tegen de SGP.

In december 2005 kwam de SGP en daarmee de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep opnieuw in de brede publieke belangstelling. Het hoofdbestuur van de SGP verbood namelijk kiesverenigingen van de SGP om samen te werken met de ChristenUnie, als vrouwen op een verkiesbare plaats stonden op de gezamenlijke lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Inmiddels heeft de SGP, na een storm van kritiek in en buiten de eigen gelederen, de uitvoering van dit besluit voorlopig opgeschort.

Naam 'bevindelijk gereformeerd'[]

De bevindelijke gereformeerden worden in sociologische literatuur met deze naam aangeduid. Gereformeerd wil hierbij zeggen dat binnen deze groep wordt vastgehouden aan de Bijbel zoals deze in de reformatorische traditie wordt uitgelegd. Dit betekent dat de mensen van deze groep orthodox-christelijke standpunten huldigen op de leer en de levenswandel. Die orthodox-christelijke standpunten zijn geformuleerd in de 'Drie formulieren van enigheid', de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels Bevindelijk wil zeggen dat de waarheid van de Bijbel, de geloofsleer, niet alleen begrepen moet worden met het verstand maar ook aanvaard moet worden met het hart. Bij het hart moet dan gedacht worden aan het cognitieve maar ook aan het meer emotionele aspect van geloven. Bevindelijke gereformeerden zullen veel aandacht geven aan ervaringskennis van zonde en van genade. De beleving van de leer van de Bijbel staat binnen deze groep in hoog aanzien en is noodzakelijk tot het heil.

Oorsprong[]

De bevindelijk gereformeerden hebben hun oorsprong in het 17e eeuwse Nederland. In de Kerk was er toen een vroomheidsbeweging, de Nadere Reformatie. Deze beweging had kernen in Zuid-Holland, onder andere in Dordrecht, Zeeland en rond Utrecht. Voorts was deze beweging ook sterk aanwezig. Predikanten en theologen hebben deze beweging krachtig gesteund. Vooral de hoogleraar Gijsbertus Voetius was een belangrijk man. Hij kan gezien worden als de vader van de Nadere Reformatie. De boeken van de predikers van de Nadere Reformatie worden door de bevindelijk gereformeerden nog steeds gelezen. Ook worden deze boeken nog regelmatig herdrukt. Velen in bevindelijk-gereformeerde kring zijn ook in staat om het 17e eeuwse Nederlands, inclusief de gotische letter, waarmee de boeken in de 17e eeuw werden gedrukt, moeiteloos te lezen.

In de 18e eeuw heeft de Nadere Reformatie op verschillende manieren van zich doen spreken. Steeds opnieuw riepen haar vertegenwoordigers land en overheid op tot een terugkeer naar de bijbelse beginselen. Een bekende vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie in de 18e eeuw is Theodorus van der Groe, een predikant in Rotterdam-Kralingen.

In de 19e eeuw ontstond onenigheid in de Nederlandse Hervormde Kerk over de bijbelse leer. Het leidde uiteindelijk tot een Afscheiding in 1834. De vader van deze afscheiding was ds. Hendrik de Cock uit Ulrum. Binnen de Afscheiding vonden sommige bevindelijk gereformeerden een plaats. Ook kwamen zij in de 19e eeuw wel samen in zogenoemde conventikels of gezelschappen, particuliere bijeenkomsten waar werd gesproken over geestelijke zaken, gebeden, gelezen in de Bijbel of in een van de boeken van de Nadere Reformatie.

In het begin van de 20e eeuw heeft ds. Gerrit Hendrik Kersten een deel van de bevindelijk gereformeerden in een kerkverband bijeen gebracht, de Gereformeerde Gemeenten. Kersten gold als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de bevindelijk gereformeerden. Ook in de 21e eeuw is zijn invloed duidelijk merkbaar onder de bevindelijk gereformeerden. Kersten publiceerde onder meer een dogmatisch handboek, De Gereformeerde Dogmatiek, voor de gemeenten toegelicht, dat nog steeds in gebruik is binnen de verschillende Gereformeerde Gemeenten.

Kenmerken[]

De bevindelijk gereformeerden leggen grote nadruk op de betekenis van de Bijbel voor de ware leer en de goede levenswandel. De Bijbel is de norm en bron voor hun leven. Zij aanvaarden de Bijbel als een volstrekt goddelijk boek met absoluut gezag. In de Bijbel spreekt, volgens de bevindelijk gereformeerden, God tot mensen. Vanuit deze gedachte ontwikkelen zij een geheel eigen levensstijl. Vaak wordt de Bijbel het Woord van God genoemd. Allerlei moderne exegese wordt afgewezen.

Plaats van de zondag[]

In de Tien Geboden wordt in het vierde gebod gewezen op de rustdag. Voor de Joden was dit de zevende dag. Vanwege de lichamelijke opstanding van Jezus uit de doden op de eerste dag van de week houden de meeste gereformeerden de rustdag op zondag. De bevindelijk gereformeerden hechten aan een strikte heiliging van de zondag. Deze dag staat geheel in het teken van de dienst van God. Echter de kerkgang neemt ook onder de bevindelijken licht af, twee keer (en in een klein gedeelte van de bijbelgordel drie keer) gaan de bevindelijken op deze dag naar een kerkdienst. In zo'n kerkdienst wordt gezongen uit de Psalmen, wordt een gedeelte uit de Bijbel gelezen, en door de voorganger een uitgebreid gebed gedaan. Centraal in de eredienst staat de preek die in lengte kan variëren van drie kwartier tot ruim een uur. Als er twee diensten zijn dan is de eerste dienst een eredienst waar het brengen van de eer aan God centraal staat. De tweede dienst is een leerdienst waarbij in veel gevallen de Catechismus wordt behandeld. In gemeenten waar geen predikant is worden preken voorgelezen door ouderlingen.

Bevindelijk gereformeerden zullen zondagsarbeid zoveel mogelijk vermijden. Uitzondering daarop zijn werkzaamheden die als noodzakelijk worden beschouwd, zoals medische zorg, politie, en zorg voor dieren binnen de agrarische sector. Men zal deze dag niet willen gebruiken om uit te gaan, boodschappen te doen of ver te reizen. Bij voorkeur wordt de zondag doorgebracht in de kring van het gezin.

In gezinsverband wordt vaak getracht de zondag op godsdienstige wijze door te brengen. Tot in hoe ver dat gebeurt verschilt sterk per gezin. Men praat bijvoorbeeld na over de preek, leest boeken, zingt samen uit de Psalmen of uit bundels met geestelijke liederen, of doet een spelletje.

Betekenis van de Bijbel[]

De Bijbel wordt gezien als het onfeilbare Woord van God. Daarom is de Bijbel het richtsnoer voor leer en leven.

Men is gewend dagelijks verschillende keren een stuk uit de Bijbel te lezen. Vaste momenten waarop de Bijbel open gaat zijn het opstaan, de maaltijden en het naar bed gaan. Veel mensen gebruiken daarbij regelmatig een van de vele dagboeken, waarin voor iedere dag een te lezen Bijbelgedeelte staat en een korte overdenking naar aanleiding van dat gedeelte.

De Bijbelvertaling die door bevindelijke gereformeerden bij voorkeur gebruikt wordt, is de Statenvertaling. Andere vertalingen worden vaak als minder betrouwbaar beschouwd. Aangezien de bevindelijken bijna de enigen zijn die de Statenvertaling structureel gebruiken, wordt dit als belangrijk onderscheidingskenmerk gezien.

Waarde van het gezin[]

De bevindelijk gereformeerden kennen grote waarde toe aan het gezin. Het leven speelt zich voor een groot belangrijk deel in huis en in het gezin af. Kinderen worden beschouwd als een bijzondere gave van God. Door de kinderen wil God zijn koninkrijk bouwen. Kinderen worden in bevindelijk gereformeerde kring daarom niet genomen maar ontvangen. Ook komen in deze kring veel grotere gezinnen voor. Het is bepaald niet opvallend in deze kring als ouders tussen de 5 en 10 kinderen hebben. Ook komen er wel gezinnen voor met meer dan 10 kinderen. De kinderen hebben een zeer speciale positie. Er zijn gemeenten waar de kinderen binnen enkele weken worden gedoopt, maar daar is geen regel voor. De ouders beloven bij de kinderdoop hun kinderen een Bijbelse opvoeding te geven.

Moeder en gezin[]

De vrouwenemancipatie wordt door de bevindelijk gereformeerden met wantrouwen bezien. Zij bepleiten de centrale plaats voor de moeder in het gezin. Het is in deze kring gebruikelijk dat de moeder zich geheel inzet voor haar gezin. De opvoeding van de kinderen vraagt een grote inzet van de moeder. Betaalde arbeid voor de moeder met kinderen wordt niet bevorderd. In een situatie van alleenstaande vrouwen of zonder kinderen ligt de situatie anders. Dan is betaalde arbeid wel mogelijk. Vrouwen uit deze kring participeren dan ook op de arbeidsmarkt. Sinds enkele jaren komt men vrouwen uit deze kerken ook soms tegen in het hogere en wetenschappelijke onderwijs. Daarnaast zijn deze vrouwen vaak actief in het vrijwilligerswerk en in de mantelzorg.

Kleding[]

De bevindelijk gereformeerden vinden op grond van de Bijbel dat mannen en vrouwen wel gelijkwaardig zijn maar niet gelijk. Een vrouw heeft gewoonlijk andere taken dan een man. Ook vinden en weten zij, op grond van de Bijbel, dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Deze verschillen wil men ook graag tot uitdrukking brengen in bijvoorbeeld kleding. In deze kringen wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen mannen- en vrouwenkleding. Voor de bevindelijk gereformeerden moet een vrouw een jurk of rok dragen dus geen broek. De man en vrouw moet in zijn en haar kleding vooral netheid en correctheid uitstralen. Kleding die aanstoot kan geven wordt door de bevindelijk gereformeerden afgewezen. Zij zien hierin een overtreding van het zevende gebod van de Tien Geboden. Overigens denken oosters-orthodoxe christenen en orthodoxe joden precies zo over kleding. De leefregels voor bevindelijk gereformeerden, oosters-orthodoxen (met name Oudgelovigen) en orthodoxe joden lijken in een aantal opzichten erg veel op elkaar. In de praktijk komt het erop neer dat meisjes en vrouwen lang haar hebben, een jurk of rok dragen en op zondag tijdens de kerkdienst een hoed of een baret dragen. Mannen daarentegen dragen geen hoofddeksel wanneer hun het Godshuis binnengaan. [2].

Distantie[]

De bevindelijk gereformeerden ervaren de huidige cultuur als een gegeven, maar soms ook als een belasting. De praktijken rond bijvoorbeeld seksualiteit buiten het huwelijk worden door velen afgewezen. In dit verband is men zeer kritisch richting moderne muziek en moderne media. Bij velen in het gezin is bijvoorbeeld geen televisietoestel. In sommige kerken is bezit van televisie of computer met open internet censurabel. Ook de bioscoop wordt daarom afgewezen. In het gezinsleven tracht men een zekere afstand tot de omringende wereld te bewaren. Dat neemt echter niet weg dat velen wel voluit functioneren in het maatschappelijk bestel.

Vaccinatie en verzekering[]

Een minderheid (circa 30%) binnen de bevindelijk gereformeerden wijst vaccinatie af als in strijd met Gods voorzienigheid. De Heidelbergse Catechismus stelt immers: dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, en zelfs ook, dat alle dingen voor mij tot mijn zaligheid moeten dienen (zondag 1). Behandeling van ziekte wordt echter niet afgewezen.

Door de weigering van vaccinatie is deze kring in het verleden vaak negatief in de publiciteit gekomen. In 1978 was er in Nederland een polio-epidemie op de Veluwe (vooral in de dorpen Elspeet, Nunspeet, Uddel en Staphorst) waarbij meer dan 100 personen besmet raakten. De laatste polio-epidemie in Nederland was in 1992 in Streefkerk. Bij alle recente polio-uitbraken in Nederland waren de lijders om religieuze redenen niet ingeënt. Doordat de mensen die niet gevaccineerd zijn regionaal geclusterd zijn, wordt de kans op epidemieën vergroot. Tijdens de laatste kleine polio-epidemie in 1992, werden daarom alle bewoners in de "bijbelgordel" opgeroepen om zich (eventueel opnieuw) toch tegen deze gevaarlijke ziekte te laten inenten.

In 1999 vond er een epidemie van mazelen plaats onder niet-gevaccineerden in de "bijbelgordel". In 2008 heerste voor het eerst in twintig jaar een bofepidemie. Het virus werd in april 2008 gesignaleerd in de streek tussen Zeeland en de Veluwe, waar veel orthodox-protestanten wonen die zich niet laten inenten.[3]

Een heel klein deel van de kring wijst ook verzekering af om dezelfde reden. Als gemoedsbezwaarden zijn zij bij de Belastingdienst vrijgesteld van premies voor volksverzekeringen; zij moeten dan ter compensatie extra belasting betalen.

Het percentage bevindelijk gereformeerden dat nog bezwaar maakt tegen vaccinatie en verzekering neemt licht af.

Geen geweld, gewetensdwang en publieke demonstraties[]

De bevindelijk gereformeerden kenmerken zich door een strikte levenswandel in gehoorzaamheid aan de Tien geboden. Echter, ook al wijzen ze bepaalde ontwikkelingen radicaal af, het met geweld en gewetensdwang opdringen van een bepaalde gedachte wordt afgewezen. Slechts in woord en daad wil men getuigen. Anderen moeten door de kracht en de werking van Gods Heilige Geest bekeerd worden. Van publieke demonstraties van ongenoegen heeft men in deze kring veelal een diepe afkeer. Een bevindelijk gereformeerde zal ook niet snel meedoen aan massale uitingen van protest.

Publiek gebed[]

De Bijbel is het belangrijkste boek in bevindelijk gereformeerde kringen. In de Bijbel komt het gebed, de aanspraak van God en de persoonlijke omgang met God voortdurend aan de orde. Zij vinden daarom het gebed een belangrijk onderdeel van hun leven. In het gebed spreken zij met God. Er zijn publieke gebeden. De maaltijden in deze kring worden bijvoorbeeld altijd met gebed geopend en met gebed en Bijbellezing gesloten. Ook wordt de dag met gebed begonnen en besloten. Ook echter in het publieke leven willen bevindelijk gereformeerden erkennen dat God de gaven geeft. Veelal zal een bevindelijk gereformeerde, bij het gebruik van een maaltijd, om een moment stilte vragen opdat hij de maaltijd met gebed zal kunnen beginnen. In dit gebed ligt voor hem erkenning dat God hem de maaltijd schenkt.

Koninkrijk van God[]

De bevindelijk gereformeerden vinden het Koninkrijk van God een belangrijke gedachte. Deze gedachte betekent dat de God van de Bijbel heerschappij krijgt over alle mensen. Door middel van de prediking wordt dat koninkrijk in de eerste plaats zichtbaar in de kerkelijke gemeente. Door vrijwilligheid en door het werk van God zullen mensen zich bij dat rijk gaan voegen. Het koninkrijk komt pas volledig op de dag dat Jezus uit de hemel terugkomt om te oordelen de levenden en de doden. God zelf zal door zijn kracht dat koninkrijk eenmaal in volle omvang en heerlijkheid openbaren. Daar komt voor de bevindelijk gereformeerden geen enkele mensenhand en mensenhulp bij te pas. Het volledige koninkrijk wordt slechts na dit leven en in de toekomst van God realiteit. Gelovigen kunnen dit koninkrijk niet forceren bijvoorbeeld middels geweld.

Homoseksualiteit[]

Bevindelijk gereformeerden maken onderscheid tussen homofilie als geaardheid en homoseksualiteit als het praktiseren ervan. De homofiele persoon wordt in deze kring afgewezen, ook neemt men afstand van de homoseksuele praktijk. Hiervoor beroept men zich op de Bijbel. In Romeinen 1 vers 27[4] schrijft de apostel Paulus over de homoseksuele leefwijze en hij typeert dit als 'schandelijkheid'. De bevindelijk gereformeerden zien hierin een duidelijke afwijzing van de homoseksuele praktijk. Het homohuwelijk wordt door hen ook radicaal afgewezen.

Het geloof van de bevindelijk gereformeerden[]

In het christendom is het geloof in de drie-enige God een fundamenteel gegeven. Zonder geloof in God heeft het christendom geen bestaansrecht. De bevindelijk gereformeerden geven aan het geloof in God een speciale inhoud.

De Bijbel[]

De Bijbel is het belangrijkste boek van het christendom. In deze kringen is de Bijbel het Boek der boeken, het Heilige en onfeilbare Woord van God. In de Bijbel gaat het om God, de schepping van de hemel en de aarde, de schepping en de zonde van de mens, de redding door Jezus, het ware geloof in Jezus en de eeuwige bestemming van de mens in de eeuwige zaligheid of in de eeuwige duisternis. Bevindelijk gereformeerden geloven dat er een hel en een hemel is. Voor hen is de Bijbel onwrikbaar vast. De schepping heeft voor de bevindelijk gereformeerden ongeveer 6000 jaar geleden plaatsgevonden. In 6 etmalen van 24 uur schiep God toen de hemel en de aarde. Omdat God almachtig is kan die ook werkelijk zo zijn voor de bevindelijk gereformeerden. Ook staan er in de Bijbel veel wonderen. Mensen staan bijvoorbeeld op uit de doden. Dit wordt zonder meer geloofd, omdat God in Zijn almacht heerst over de dood en het leven. Het belangrijkste in de Bijbel is de komst van Jezus naar de aarde. Bevindelijk gereformeerden geloven dat Jezus mens en God tegelijk is. In Jezus is God op de aarde gekomen om mensen door zijn kruisdood te redden van de hel, de zonde en de satan. Door het geloof in Jezus als christus worden mensen gered. Het aanvaarden van de Bijbel noemen de bevindelijk gereformeerden het historisch of het verstandelijk geloof. Dit geloof is wel belangrijk maar niet genoeg. De beleving, de bevinding is voor deze mensen zeer belangrijk. Deze bevinding is namelijk de vrucht van het ware zaligmakende geloof, dat aan de mens – buiten diens medewerken om – geschonken wordt door God.

De belijdenis[]

De christelijke kerk heeft van oudsher haar geloof middels belijdenissen kenbaar gemaakt. De apostolische geloofsbelijdenis is een bekend voorbeeld. De bevindelijke gereformeerden erkennen voluit de waarheid van deze belijdenis. Daarnaast onderschrijven ze ook de formulieren van enigheid. Dit is de gereformeerde belijdenis. Daar wil men in deze kring elkaar ook op kunnen aanspreken. In de kerk en het onderwijs staat deze belijdenis zeer centraal. Er wordt in de kerk, als het goed is, iedere zondagmiddag uit gepreekt (in de zogenaamde leerdienst of onderrichtingsdienst). De gereformeerde belijdenis heeft kerkelijk gezag. Gemeenteleden mogen niet zomaar op eigen houtje zeggen dat ze het met de inhoud van de belijdenis niet eens zijn, zij hebben immers Openbare Belijdenis des Geloofs afgelegd (dit gebeurt meestal rond het 20e levensjaar). Dit gebeurt door middel van het openlijk beamen van de gereformeerde belijdenis zoals neergelegd in de Drie Formulieren van Enigheid. In de Gereformeerde belijdenis staat vooral het geloof in God en de redding door het geloof in Jezus als christus centraal, via de drievoudige weg: kennis van de ellende, verlossing en de dankbaarheid (Heidelbergse Catechismus, zondag 1). De gereformeerde belijdenisgeschriften onderscheiden zich van andere belijdenissen (zoals de Leuenberger Konkordie of de Barmer Thesen) door de nadruk op de soevereiniteit van God en de absolute zondigheid van de mens (de zgn. geestelijke doodsstaat). De Formulieren bestaan uit de Heidelbergse Cathechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels.

De bevinding[]

De kennis van de Bijbel en de aanvaarding daarvan als waarheid wordt belangrijk geacht. De bevindelijk gereformeerden noemen dit een historisch geloof. Daarnaast echter is beleving van de Bijbelse boodschap noodzakelijk. Niet alle christenen kennen ook werkelijk de beleving van de Bijbelse boodschap. De bevinding betekent dat een mens zich werkelijk zondaar weet en voelt voor God. Dat hij zijn zonden in al hun zwaarte doorleeft. Dat de zondaar wegzinkt in zijn zonden en geheel van uit zichzelf geen weg tot ontkoming meer ziet uit de zonden. Het betekent ook dat iemand weet dat hij persoonlijk behouden is door Jezus als enige Gerechtigheid en als enige Borg. Het gaat om de echtheid van het geloof. Dan wordt gesproken over het zaligmakend geloof. Dit laatste is voor het heil en de redding doorslaggevend.

Er zijn vele boeken in deze kring in omloop waarin mensen hun ervaringen van het heil hebben vastgelegd. Deze boeken, bekeringsgeschiedenissen, worden veel gelezen en ook vaak herdrukt. Ook komt men soms samen in klein gezelschap om over geestelijke en mystieke ervaringen te spreken. Dergelijke gezelschappen worden door verschillenden bezocht. De ervaring en beleving van het geloof staat op deze bijeenkomst centraal. Ook wordt er wel gezongen uit bekende liedbundels.

De predikant C.G. Vreugdenhil vergelijkt in zijn boekje Wat is bevinding? de bevindelijke ervaring met verliefdheid. Iedereen die verliefd is geweest weet wat het inhoudt, maar een heldere echt rake typering is niet te geven. Zo zit het ook met de geloofsbevinding. Het gaat er om dat de Heilige Geest de genade in je hart toepast. Doordat de Heilige Geest in de gelovige werkt is het volstrekt duidelijk dat de genade ook aan jou als gelovige wordt aangeboden. Om een al te grote nadruk op het subjectieve van die ervaring te voorkomen gebruikt men vaak de term schriftuurlijk-bevindelijk. Ook de bevindelijke ervaring dient aan de Bijbel te worden getoetst.

In het verleden was een bekend beeld van een bekering (het invloedrijkste moment in het geestelijk leven van een bevindelijk gereformeerde) de 'vierschaar der consciëntie'. Om de bekering inzichtelijk te maken werd het model van een vierschaar (een oude rechtbank) voorgesteld. In de zogenaamde "vierschaarbeleving" ziet het onderwerp zich als zondaar, als beklaagde. Aanklagers zijn de duivel, het geweten en Gods wet. God is de rechter, en Jezus Christus is Borg en Middelaar. Tot slot is de Heilige Geest de griffier. Centraal in deze beleving staat dat God als rechtvaardige rechter de zondaar moet verdoemen, maar dat Jezus op grond van Zijn lijden en sterven als plaatsvervangende, betalende Borg tussentreed. Zodra God de zondaar van zijn straf heeft vrijgesproken en zijn zonden heeft vergeven bevestigt de Heilige Geest dat in het hart van de zondaar.

Dit beeld is voor het eerst geïntroduceerd door de puritein John Owen in zijn boek The golden chain. Onderzoeker Fred van Lieburg van de Vrije Universiteit te Amsterdam heeft veel onderzoek gedaan naar de invloed van een vierschaarbeleving. De vierschaarbeleving wordt over het algemeen gezien als een dogmatisch schema over de bekering maar vindt tegenwoordig slechts ingang in een beperkt deel van de bevindelijk gereformeerden.

Taalgebruik[]

De bevindelijk gereformeerden bespreken hun geestelijke ervaringen met behulp van een eigen taalgebruik. Dit taalgebruik is sterk beïnvloed door de Statenvertaling. (Die invloed, zij het wat minder sterk, is ook in het hedendaags Nederlands te bespeuren.) Een kleine minderheid gebruikt ook allerlei verkleinwoorden (zoals wegje, plaatsje, hoopje, hartje, geloofje, zuchtje, kerkje, etc.) veelvuldig. Deze gewoonte heeft men overgenomen van het Duitse piëtisme (waar men zelfs van "Jezusje", Jesulein sprak). Het vraagt van een buitenstaander inspanning en aandacht om dit taalgebruik te onderkennen en te wegen. Onder elkaar noemen deze mensen dit de Tale Kanaäns. Het draagt een enigszins verouderd karakter en is sterk gestempeld door Vroegmodern Nederlandse uitdrukkingen. In 1972 is dit taalgebruik systematisch en wetenschappelijk in kaart gebracht door Cees van de Ketterij in zijn dissertatie De weg in woorden.

Een voorbeeld dat men in vroeger tijd veelvuldig aantrof: och mocht het de Heere eens komen te behagen ons te vergunnen een afstralinkje en een blijkje Zijner goedertierenheden dat zal zijn gelijk een droppelken van levend water in een dood en levenloos zondaarshart. Men vindt het orthodoxe taalgebruik tevens geportretteerd in de roman Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart: Het is, alsof er altoos toch zo een hinderpaaltje in ons wegje moet zijn. (...) [S]temmigjes en nederigjes gekleed, zoals alle godvrezende mensjes doen moesten, in plaats van die gekjes en springertjes.

Ook onder deze bevolkingsgroep staat de ontwikkeling niet stil. Met name jongeren willen graag de oude taal aanpassen aan het hedendaags spraakgebruik. Er is een comité dat de Statenvertaling wil herzien. Dit initiatief wordt breed gedragen, al is er ook verzet uit de hoek van de Gereformeerde Bijbel Stichting (GBS). De aangepaste Statenvertaling gaat 'Herziene Statenvertaling' heten. Overigens heeft de landelijke synode van de Gereformeerde Gemeenten uitgesproken dat de Herziene Statenvertaling voorlopig niet gebruikt zal worden in de zondagse kerkdienst.

Organisatorische verbanden[]

Mensen bewegen zich binnen bepaalde organisatorische kaders. Arbeiders zullen zich bewegen binnen de fabriek, de vakbeweging en hun huis. De bevindelijk gereformeerden kennen een aantal krachtige organisatorische verbanden waarin zij hun eigenheid beleven. Hun organisatorische kaders dragen heel sterk het karakter van de verzuiling. Binnen de bevindelijk gereformeerde zuil voltrekt zich goeddeels hun dagelijks leven. Binnen deze zuil zijn er belangrijke instituties.

De kerk[]

De kerk is in Nederland meer en meer een randverschijnsel geworden. Uit het SCP-rapport Secularisatie in Nederland van 1994 bleek dat toen 49% van de Nederlanders onkerkelijk is. Het SCP bracht in september 2006 een nieuwe studie uit onder de titel: Godsdienstige veranderingen in Nederland. Het blijkt dat het aantal kerkelijken in Nederland drastisch is gedaald. In het jaar 2000 was 62% van de Nederlanders niet verbonden met een kerk of godsdienst. Dit percentage loopt in 2020 op naar 72%. Oftewel slechts zo'n 20 % van de Nederlandse bevolking zullen volgens het SCP in 2020 kerkelijk zijn. De ontkerkelijking is een van de meest markante ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving van de twintigste eeuw.

Volgens het recente onderzoek van het Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid was het aantal bevindelijk gereformeerden in 2005 220.980 [1], dit aantal is exclusief de Bonders in de PKN. Het aantal bevindelijk gereformeerden blijft min of meer constant.

Alhoewel de kerk voor veel Nederlanders weinig of geen betekenis heeft, ligt dit bij de bevindelijk gereformeerden anders. Bij deze groep vervult de kerk een centrale functie in het leven van alledag. Vanuit de kerk en door de kerk worden allerlei activiteiten opgezet die van invloed zijn op het levenspatroon in deze kring. Belangrijke activiteiten vanuit de kerk onder de bevindelijk gereformeerden zijn:

  • op zondag worden twee of drie kerkdiensten belegd, die circa 1,5 uur duren en waar men getrouw naar toe gaat. Tijdens deze dienst, die een vrij sober karakter draagt, vormt de preek het belangrijkste onderdeel. In de prediking, die circa drie kwartier in beslag neemt, wordt de Bijbel uitgelegd. De diensten worden zo mogelijk door allen bezocht. Ook kinderen gaan zo snel mogelijk mee naar de kerk. Honderden jongeren bezoeken in deze kringen zondags twee keer of drie keer de kerkdienst. Het is niet ongebruikelijk dat in één kerkdienst soms meer dan 1000 mensen samenkomen. Echter is er steeds meer zorg over de tweede en derde kerkdienst waarvoor de belangstelling licht afneemt. Met uitzondering van enkele plaatsen in Rijssen (Overijssel) en Zeeland is de derde kerkdienst op zondag afgeschaft.
  • De jongeren krijgen, op grond van hun doop, bijzondere aandacht in de bevindelijke kring. Naast de zondagse kerkdienst wordt voor hen tussen september en april iedere week één avond belegd waarop catechisatie wordt gegeven. Catechisatie is onderwijs aan jongeren van de gemeente in de leer van de Bijbel en de belijdenisgeschriften. Ook wordt tijdens de catechisatie met de jongeren gesproken. Het is de bedoeling dat dit onderwijs, dat veelal begint op elfjarige leeftijd, op ongeveer achttienjarige leeftijd wordt afgerond met het doen van openbare belijdenis. Openbare belijdenis betekent dat iemand zich vrijwillig uitspreekt, in de zondagse eredienst, dat hij of zij ook bij de kerk wil blijven. Na belijdenis is men belijdend lid van de kerk.
  • De Kerk heeft in bevindelijk gereformeerde kring ook aandacht voor de persoonlijke noden en vragen. Jaarlijks worden leden van de kerk bezocht om te spreken over geestelijke zaken. Dit noemt men het huisbezoek. Op dit huisbezoek wordt vanuit de kerk met heel het gezin gesproken over de boodschap van de Bijbel en het persoonlijke leven. Ook wordt vanuit de kerk in allerlei omstandigheden meegeleefd. Bij ziekte, overlijden, zorgen, geboorte en andere zaken worden gemeenteleden thuis bezocht. Het bezoeken van elkaar is in bevindelijk gereformeerde kring zeer belangrijk. Regelmatig wordt tijdens die bezoeken over kerkelijke of geestelijke zaken gesproken. Ook ontstaat daardoor een sterke sociale band.
  • Binnen het verband van de kerk worden ook allerlei verenigingsactiviteiten ontplooid. Vrouwen komen veelal wekelijks samen op een zogenoemde vrouwenvereniging. Daar wordt gezongen, uit de Bijbel gelezen, gesproken en allerlei handwerk verricht. De jongeren hebben jeugdverenigingen. Ook op deze verenigingen wordt nagedacht over onderwerpen uit de Bijbel, de kerkgeschiedenis of de maatschappij. Deze verenigingen hebben een belangrijke toerustende functie. Ook zijn er zangverenigingen en mannenverenigingen. Over het algemeen wordt er onder de bevindelijk gereformeerden veel gezongen. Men zingt psalmen en geestelijke liederen. In kerkdiensten worden psalmen gezongen en soms een enkel gezang uit een verzameling van dertien berijmde schriftgedeelten, zoals gezang 1: een berijmde variant van de Tien Geboden.

De school[]

De bevindelijk gereformeerden hebben vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw reformatorische scholen opgericht. Op deze scholen worden de jongeren uit deze kring toegerust voor hun taak in de maatschappij. Daarnaast krijgen jongeren ook een gedeelte vorming vanuit de Bijbel en de geloofsleer. De school is een belangrijk ontmoetingspunt voor allerlei mensen in de bevindelijk gereformeerde kring. Op ouderavonden komen al snel honderden ouders om met de school te spreken over het onderwijs. Vanuit de kerken hebben de scholen ook bijzondere aandacht. Vaak zijn leden van de kerk of de kerkenraad weer bestuurslid van de school. De scholen zijn georganiseerd in een landelijke besturenorganisatie (VGS). Er zijn scholen voor voortgezet onderwijs in Kampen (dependances in Urk en Staphorst), Apeldoorn (dependances in Uddel en Rijssen), Amersfoort (dependances in Hoevelaken, Barneveld en Kesteren), Gorinchem, Gouda (dependances in Lekkerkerk en Leiden), Rotterdam (dependance in Dordrecht) en Goes (dependances in Middelburg, Krabbendijke en Tholen). Er zijn ook honderden basisscholen met een bevindelijk gereformeerde signatuur. Deze scholen worden onder meer bijgestaan door Driestar educatief bij de ontwikkeling van het onderwijs. In de kerken zijn er deputaatschappen actief die belast zijn met het onderwijs.

De politiek[]

De bevindelijk gereformeerden zijn politiek actief binnen de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Het is opmerkelijk dat deze groep politiek actief wil zijn. Vergelijkbare groepen bijvoorbeeld in de Verenigde Staten zijn over het algemeen afkerig van politiek. Ook onder de Nederlandse evangelischen zijn groepen die de politiek mijden. Ook bij de bevindelijk gereformeerden is er van oudsher altijd een onderstroom die niet veel van politieke activiteiten moet hebben. Maar de grote voorman van de bevindelijk gereformeerden, ds. Gerrit Hendrik Kersten, was zeer politiek bewust. Hij was jarenlang lid van de Tweede Kamer en een zekere politieke behendigheid kon hem niet worden ontzegd. Mede door zijn toedoen viel een keer een kabinet Hendrik Colijn. Bij de meerderheid van de bevindelijk gereformeerden heeft daarom de politiek nadrukkelijke aandacht. De partijdagen van bijvoorbeeld de SGP zijn ook belangrijke momenten van ontmoeting en bezinning. Ook op de plaatselijke kiesverenigingen zijn de bevindelijk gereformeerden actief. De SGP is ook een van de belangrijkste organisaties die alle bevindelijk gereformeerden verenigt. Vaak zijn er diepgaande verschillen van inzicht over bijvoorbeeld de kerk en de leer. In de SGP echter werken de bevindelijk gereformeerden broederlijk samen. Binnen SGP-verband is er echter wel een stichting actief die meent dat de huidige ontwikkeling binnen de SGP verschilt van de echte beginselen waarvoor men behoort te staan. Deze splintergroepering, die in het blad "In het spoor" vaak teruggrijpt op de periode waarin ds. Kersten en vervolgens ds. Zandt de partij leidden, heeft echter niet veel invloed en aanhang binnen de SGP. Vrouwen mogen geen partijpolitieke functies vervullen binnen de SGP. In Oud Gereformeerde kring ziet men nog wel eens een totale verwerping van politieke participatie.

De media[]

De media zijn een moeilijk terrein voor de bevindelijk gereformeerden. Van de huidige massamedia is eigenlijk alleen het eigen Reformatorisch Dagblad voluit geaccepteerd. Andere media worden soms aanvaard en soms radicaal verworpen. De radio is lange tijd min of meer afgewezen in deze kring. Thans lijkt het min of meer geaccepteerd en is er zelfs een Reformatorische Omroep opgericht. De computer is wel geaccepteerd in deze kringen, maar niet als medium voor erotiek of voor het spelen van gewelddadige spelletjes. Al is er veel op internet dat men afwijst, er wordt wel voluit gebruik van gemaakt. Ook in deze groep leeft het besef dat men wel 'in de wereld, maar niet van de wereld is.' Zo hebben veel kerkelijke gemeenten een plaats op internet, zijn er preken en lezingen te downloaden en maken de christelijke boekhandels volop gebruik van internet. Op de reformatorische scholen leert men de leerlingen op een verantwoorde manier met de computer om te gaan. Onder andere het ict-bedrijf van de gebroeders Baan, later overgenomen door Cordys, nu Infor, is ook in deze kringen ontstaan. Velen in deze kring zijn ook actief in de ict-sector. De televisie en het omroepbestel heeft geen aanvaarding in deze kringen. Zowel tv als ongefilterd internet zijn in sommige kerken censurabel. Het hele entertainment-karakter van het huidige omroepbestel stuit hen tegen de borst. Ook een omroep als de EO wordt in veel gevallen radicaal afgewezen.

De maatschappelijke organisaties[]

In de samenleving zijn er verschillende maatschappelijke organisaties. De vakbonden, patiëntenverenigingen, de Consumentenbond, etc. zijn bekende en belangrijke maatschappelijke organisaties. In bevindelijk gereformeerde kring vinden sommige maatschappelijke organisaties geen goedkeuring. Een vakbond, met als uiterste machtsmiddel het stakingswapen, acht men in strijd met de bijbelse visie op gezag. Er mag alleen tegen antichristelijke maatregelen gestaakt worden. Wel heeft men binnen deze kring een soort eigen alternatieve vakvereniging opgezet, de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU). De RMU wijst het stakingswapen af, maar doet wel taken die anders door een vakbond worden verricht. Ook bedrijven zijn lid van de RMU. Het is dus eigenlijk een combinatie van vakvereniging en werkgeversorganisatie. Daarnaast zijn er binnen deze kring een groot aantal hulporganisaties actief.

Ontwikkelingswerk en wereldwijd hulpbetoon wordt verricht door de stichting Woord en Daad. Hulpverlening aan vervolgde en verarmde mensen wordt geboden door o.a. de stichting ZOA-Vluchtelingenzorg. Tientallen stichtingen voor hulpbetoon aan armen en misdeelden hebben hun wortels in bevindelijk gereformeerde kring. Dit werk wordt verricht naast en soms in aansluiting op het diaconale en zendingswerk dat reeds geschiedt vanuit de verschillende kerken. Over het algemeen is de betrokkenheid bij de nood van de mensheid (armoede, ziekte, honger, etc) in deze kring opmerkelijk groot en intensief.

Ook binnen het studentenleven zijn de bevindelijk gereformeerden actief. De oudste en grootste vereniging is de in 1951 opgerichte CSFR met disputen in Delft, Leiden, Rotterdam, Amsterdam, Wageningen, Groningen, Eindhoven/Tilburg, Nijmegen en Utrecht. Momenteel telt de CSFR zo'n 600 tot 700 leden. Kleiner zijn de studentenverenigingen Depositum Custodi, een landelijke vereniging (verenigingsbrede activiteiten in Utrecht) met ongeveer 100 leden en Solidamentum (Gouda, Ede-Wageningen, Rhenen, Barneveld en Zwolle).

De zorginstellingen[]

Nederland kent een groot aantal zorginstellingen zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg. Ook in bevindelijk gereformeerde kring zijn er dergelijke instellingen voor zorg. Sommige voorzieningen, zoals ziekenhuizen, heeft men binnen deze kring niet. Met een zekere ijver leggen de mensen in deze kring zich toe op het scheppen van eigen zorginstellingen. Men doet dit om in zorgvolle situaties ook iets van de eigen levenssfeer te kunnen waarborgen. In bevindelijk gereformeerde kring zijn er daarom verzorgingstehuizen, verschillende instellingen voor gehandicapten, allerlei verenigingen waar mensen in nood en zorg elkaar proberen bij te staan. Ook zijn er verschillende instanties voor geestelijke gezondheidszorg, men denke aan Stichting De Vluchtheuvel en Stichting Eleos, en heeft men eigen organisaties voor kraamzorg en thuiszorg. Vaak wordt ook met grote inzet en overgave voor deze instellingen geofferd. De betrokkenheid van de bevindelijk gereformeerden bij deze instellingen is over het algemeen zeer groot.

De prediking van de Bijbel[]

In de christelijke kerk neemt de prediking een belangrijke plaats in. In het algemeen is de prediking een uitleg van de Bijbel of van een van de belijdenisgeschriften en een actualisering van de bijbelse boodschap naar het doen en laten voor de gelovigen voor het leven van vandaag de dag (toepassing). De bevindelijk gereformeerden leggen in de prediking nog extra accenten, die sterk afwijken van hetgeen in het algemeen in kerken gebruikelijk is. Wie een kerkdienst van de bevindelijk gereformeerden bezoekt, zal verschillende zaken opvallen. Zelf zeggen de bevindelijk gereformeerden dat de prediking schriftuurlijk-bevindelijk moet zijn. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

De prediking is schriftuurlijk[]

Een kerkdienst in bevindelijk gereformeerde kring duurt in totaal ongeveer 1,5 uur. Soms lopen de kerkdiensten uit naar 2 uur, als bijvoorbeeld het heilig avondmaal wordt bediend. Dit hangt ook af van de prediker. Dat wil niet zeggen dat er al die tijd alleen maar gepreekt wordt. Men zingt samen, bidt samen en leest gezamenlijk uit Gods Woord, de Bijbel. Ook is de wekelijkse kerkdienst een moment van ontmoeting voor de gemeente. In de prediking staat de uitleg van de Bijbel centraal. De bijbeltekst wordt veelal nauwkeurig uitgelegd. Ook wordt de betekenis voor vandaag de dag en voor het geestelijk leven van de gemeente duidelijk gemaakt. Vooral de relatie naar het geestelijke leven is van groot belang. Hier wordt in de prediking uitvoerig en indringend bij stil gestaan. Steeds worden Bijbelse gedachten en geschiedenissen gezien in het licht van het geestelijke leven van Gods kinderen vandaag de dag. Centraal in de prediking staat hoe Jezus leed en stierf voor zondaren. Er wordt sterk op gewezen dat men persoonlijk moet weten dat Jezus ook voor hem of haar gestorven is. Hierdoor wordt de mens met God verzoend.

De prediking is bevindelijk[]

De prediking is in de eerste plaats uitleg van de Bijbel. Daarnaast echter is het ook het middel waardoor God het ware geloof aan zijn kinderen wil geven via de werking van vrije genade. Het ware geloof komt tot stand door kennis van eigen ellende, kennis van Gods verlossing door Jezus als christus en een leven in dankbaarheid aan God voor de verlossing uit de macht van de duivel, de zonde en de wereld. Deze verlossing staat niet los van geestelijke ervaringen die gepaard gaan met droefheid over de zonde. Deze ervaringen gaan ook gepaard met vreugde over de verlossing. In de prediking wordt vrij diepgaand over deze ervaringen gesproken. Er wordt uitgelegd hoe de Heilige Geest dergelijke ervaringen werkt. Ook wordt uitgelegd wat echte en valse ervaringen zijn. Het ervaringselement noemen de bevindelijk gereformeerden de bevinding. In elke preek wordt steeds vrij uitvoerig op dergelijk ervaringen ingegaan. Bevindelijk gereformeerden vinden het een ernstig manco als dergelijke ervaringen in een preek ontbreken. Voor het verwoorden van dergelijke ervaringen maakt men vooral gebruik van de Psalmen. Ook in de belijdenissen van bijvoorbeeld Augustinus vinden we dergelijke ervaringen uitvoerig beschreven.

De prediking is onderscheidend[]

De bevindelijk gereformeerden maken heel duidelijk onderscheid tussen echt en niet-echt geloof. Het echte geloof is een gave van de Heilige Geest. Niet alle kerkgangers echter hebben het ware geloof. Velen in de kerk hebben juist dit ware geloof niet. Zij worden aangespoord om daarom te bidden en daarnaar te zoeken. In de bevindelijk gereformeerde prediking wordt ronduit gesproken over de hemel en de hel. Alle ongelovigen worden gewaarschuwd voor de hel. Ook wordt ieder aangespoord om Jezus als Christus door het geloof te aanvaarden. Wie Jezus door een waar geloof als Zaligmaker aanneemt die is behouden en komt in de hemel. De scheiding tussen echt en onecht komt in deze prediking heel nadrukkelijk naar voren. Men noemt dit onderscheid ook wel separerende prediking. Separeren doet men in de prediking ook tussen kinderen Gods, hen wordt het heil geschilderd en de kinderen des duivels, hen wordt de eeuwige pijn geschilderd.

De prediking spreekt van standen[]

Slechts een minderheid van de gemeenteleden is echt kind van God. Tussen de kinderen van God is echter ook weer onderscheid in de mate waarin ze zijn gegroeid in het geloof. Sommigen zijn nog maar kort tot het geloof gekomen. Anderen hebben meer van het Evangelie mogen leren en hebben rijkere geestelijke ervaringen opgedaan. In de prediking worden deze onderscheidingen tussen Gods kinderen nauwkeurig benoemd en uitgewerkt. Men spreekt dan over standen in het geestelijke leven. Ook hier geldt weer, het maakt verschil in welke kerk je zit. In bepaalde Gereformeerde Gemeenten, vooral die onder invloed van dominee Aart Moerkerken staan, zal de standenleer uitvoerig worden besproken. In een Gereformeerde Bondsgemeente zal men standenleer helemaal niet tegenkomen. Binnen de Gereformeerde Gemeenten is er door sommigen felle kritiek geleverd op de standenleer. Dit resulteerde in publicaties van professor Johan Blaauwendraad (Het is ingewikkeld geworden en De leer tegen het licht) en in een dikke pil van de theoloog-filosoof Klaas van der Zwaag, een journalist van het Reformatorisch Dagblad (Afwachten of verwachten, de toe-eigening des heils in bijbels en theologisch perspectief).

De prediking en de sacramenten[]

De kerk kent sacramenten. In de gereformeerde geloofsleer worden twee sacramenten geleerd: de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Deze sacramenten worden ook in de bevindelijke kerken bediend. Het Heilig Avondmaal echter wordt slechts enkele keren per jaar bediend. In sommige bevindelijke kerken wordt het nauwelijks bediend. Opvallend is echter dat slechts een kleine minderheid van de gemeenteleden ook daadwerkelijk gebruik maakt van het Avondmaal. In deze kring mogen alleen de oprecht gelovigen, de kinderen Gods, gebruikmaken van het Avondmaal. Alleen het kerkelijk recht van de belijdenis is niet voldoende om deel te kunnen nemen aan het Heilig Avondmaal. Men heeft daarnaast een Goddelijk recht nodig om aan te gaan, en dat is de wedergeboorte. Veelal is dit slechts een kleine minderheid in de gemeente. Ter indicatie: 10% van de gemeente is in een gemiddelde Gereformeerde Gemeente erg veel.

Kritiek op de bevindelijk gereformeerden[]

De bevindelijk gereformeerden liggen om hun standpunten en om hun geslotenheid tamelijk vaak onder kritiek. Het zal niet ontkend worden dat zij in veel opzichten duidelijk niet met de stroom mee gaan. Een partij als de SGP bijvoorbeeld wordt regelmatig voor de rechter gesleept over het vrouwenstandpunt van deze partij. Tot op heden heeft de rechter echter nog nooit ingegrepen in de interne opvattingen van deze partij. Dat zou overigens ook strijdig zijn met de vrijheid van meningsuiting in Nederland. De bevindelijk gereformeerden hebben desondanks vaak heel wat kritiek op hun opvattingen te verstouwen. Overigens liggen minderheden wel vaker onder vuur van de maatschappelijke en publicitaire kritiek. Er zijn verschillende vormen van kritiek.

Houding tijdens de bezetting[]

Hoewel er vanuit bevindelijk-gereformeerde kring zeker verzet gepleegd is tegen het nazibewind van de jaren '40-'45, waren er ook belangrijke leiders zoals ds. G.H. Kersten die het plegen van verzet aanvankelijk afwezen omdat zij vonden dat alle gezag - zelfs dat van een bezettende macht - uiteindelijk door God was ingesteld. In 1943 echter veranderde geleidelijk de visie van Kersten op dit punt en verleende hij financiële steun aan het verzet in Rotterdam. Zijn schoonzoon was zelfs een belangrijk man in de illegaliteit in Rotterdam. Anderen, zoals ds. R. Kok, meenden echter van aanvang af dat het Duitse bestuur onwettig was en dat daarom verzet niet alleen geoorloofd, maar juist geboden was. De dominante positie van Kersten, de leider van de SGP en centrale predikant in de Gereformeerde Gemeenten, maakte echter dat hij de beeldvorming bij de buitenwacht bepaalde. Overigens waren er ook binnen de niet-bevindelijke Gereformeerde Kerken in Nederland predikanten die de redenering van Kersten volgden, maar zij waren daar veel minder prominent aanwezig.

Theologische kritiek[]

De hoogleraar systematische theologie dr. Arnold van Ruler heeft de bevindelijk gereformeerden gekritiseerd op hun leer en levensopvatting. De bevindelijk gereformeerden zouden zijn verschillen van de ware bijbelse leer. Ook zouden zij niet de bijbelse leefwijze hebben. Van Ruler noemde sommige opvattingen in bevindelijk-gereformeerde kring zelfs erger dan de ketterijen van de vrijzinnigen. Zijn oordeel over deze kring is tamelijk hard. De kritiek is bestreden door ds. Arie Vergunst. Vergunst was in de jaren 60 van de twintigste eeuw de leidsman van de bevindelijk gereformeerden en de opvolger van ds. Gerrit Hendrik Kersten. Vergunst wees de kritiek van Van Ruler als onreformatorisch van de hand, alhoewel hij ook wel bepaalde goede elementen in de kritiek wilde erkennen. Prof. dr. Cornelis Graafland heeft ook regelmatig, overigens zeer milde, kritiek op de bevindelijk gereformeerden geoefend. Toch behoort hij zelf min of meer, qua achtergrond, tot deze kring. Ook dr. Hendrikus Berkhof heeft in een briefwisseling met ds. Gijs Boer kritisch over deze kring gesproken.

Van Ruler wees in zijn stevige kritiek op talloze "ketterijen", d.w.z. verschillen van de gereformeerde orthodoxie in de bevindelijke gereformeerde leer. Enkele van die verschillen zijn: (1) De verabsolutering van het gevoel als richtlijn voor het onderscheid tussen een zogenaamd levend en dood geloof. (2) Het schematisme in de leer. (3) De onderwaardering voor de historische Jezus als verwerver van het heil. (4) De twijfel die het geloof overstemt. Het lijkt erop, dat veel van wat Van Ruler zegt, aan te wijzen is in de bevindelijke kringen.

Kritiek van mensen die deze kring hebben verlaten[]

Er zijn verschillende mensen die in deze kring zijn opgegroeid en die deze daarna hebben verlaten. In enkele gevallen hebben zij hun visie op hun milieu van herkomst vastgelegd in een publicatie. Een voorbeeld is het boek Het geloof der vaderen van Gert Jan van Dijk. Bekender is het boek van Jan Siebelink: Knielen op een bed violen, waarin de verteller het leven van zijn bevindelijk gereformeerde vader bespreekt. Zoals in alle literatuur, is ook dit boek gekleurd door de mening en de ervaringen van de schrijver, waardoor ze een beeld oproepen waarin de groepsleden zich niet altijd herkennen. Wel valt op dat, ondanks de punten van kritiek, de gevoelens van de verteller onveranderd warm zijn ten aanzien van zowel zijn vader als zijn moeder. De hoofdpersoon in Knielen op een bed van violen is overigens niet representatief voor de bevindelijk gereformeerden als groep. Hij heeft een afkeer van de kerk, terwijl dit bij de overgrote meerderheid van de bevindelijk gereformeerden niet het geval is. Zij zullen het wekelijkse bezoek aan de kerkdiensten niet vlug nalaten, wat de hoofdpersoon in het boek van Siebelink juist wel doet. In 2009 verscheen het boek Dorsvloer vol confetti van Franca Treur. Dat boek speelt in een bevindelijk boeren gezin. De auteur van het boek heeft inmiddels afscheid genomen van het geloof in God.

Kritiek van binnen uit[]

Ook binnen de kring zijn er verschillende personen die kritiek hebben geoefend. Een bekend voorbeeld is de voormalig rector magnificus van de TU in Delft, dr. ir. Johan Blaauwendraad. Hij heeft belangrijke kritiek op de prediking in deze kring. Ook zou de Bijbelse opvatting over het verbond volgens Blaauwendraad in deze kring zijn prijsgegeven. Blaauwendraad was oorspronkelijk lid van de Gereformeerde Gemeenten. Hij heeft die kerk inmiddels verlaten. Ook is er kritiek geoefend op de prediking en de leer door de kerknieuwsjournalist van het Reformatorisch Dagblad dr. Klaas van der Zwaag. Hij schreef daarover een boek met meer dan 1000 pagina's. Van der Zwaag vindt dat de prediking in deze kring niet meer beantwoordt aan de Bijbel. Rond een boek dat Van der Zwaag over deze zaak heeft geschreven is veel ophef ontstaan. In de Saambinder, het kerkelijk blad van de Gereformeerde Gemeenten is het boek van Van der Zwaag kritisch besproken. Anderen namen het weer op voor Van der Zwaag. Op de website van zijn uitgever (zie onder) is een en ander samengevat en gebundeld. Ook blijkt dat er talloze andere reacties op zijn boeken zijn gekomen.

Reacties vanuit de samenleving[]

De bevindelijk gereformeerden kennen een gesloten structuur en zijn een kleine groep in de Nederlandse samenleving. Hun opinies, gewoonten en levenspatronen verschillen duidelijk ten opzichte van de meerderheid. In onder meer kranten en op internet is regelmatig kritiek te horen. Hierbij gaat het vaak om hun (vermeende) opvattingen over bijvoorbeeld de rol van de vrouw, koopzondagen en homoseksualiteit.

Vergelijkbare groeperingen in het buitenland[]

De bevindelijk gereformeerden vertonen sterke verwantschap in leer en leven met de zogenoemde Strict Baptists in de Engelstalige wereld. In Schotland hebben de leden van de Free Presbyterian Church of Scotland soortgelijke opvattingen. Ook in de Verenigde Staten van Amerika zijn groepen van christenen met vergelijkbare opvattingen te vinden. Dit betreft meestal afstammelingen van Nederlandse of schotse immigranten.

Zie ook[]

Externe links[]

Bronnen, noten en/of referenties[]

Bronnen, noten en/of referenties:

Literatuur:

1. Beschouwend

  • Hijwege, Nicolette Martha (2004). Bekering in bevindelijk gereformeerde kring: een psychologische studie (dissertatie). Kampen: Uitgeverij Kok. ISBN 9043509957.
  • Dijk, Gertjan van (1996). Het geloof der vaderen: De denkwereld van de bevindelijk gereformeerden. Nijmegen: Uitgeverij Sun. ISBN 9061684749.
  • Stoffels, Hijme Cornelis (1995). Als een briesende leeuw: orthodox-protestanten in de slag met de tijdgeest. Kampen, Uitgeverij Kok. ISBN 9024223075.
  • Zwemer, Jan Pieter (1992). In conflict met de cultuur. De bevindelijk gereformeerden en de Nederlandse samenleving in het midden van de twintigste eeuw (dissertatie). Kampen: De Groot Goudriaan. ISBN 9061403138.
  • Laarse, Robert van der (1989). Bevoogding en Bevinding, heren en kerkvolk in een Hollandse provinciestad, Woerden 1780-1930 (dissertatie). 's-Gravenhage: Stichting Hollandse Historische Reeks. ISBN 9072627032.
  • Janse, Christiaan Samuel Leendert (1985). Bewaar het pand: de spanning tussen assimilatie en persistentie bij de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden (dissertatie). Houten: Den Hertog. ISBN 9033104695.
  • Meiden, Anne van der (1976). Welzalig is het volk: bijgewerkt en uitgebreid portret van de zwarte-kousen kerken. Baarn: Ambo. ISBN 9026303602.
  • Ketterij, Cornelis van de (1972). De weg in woorden: een systematische beschrijving van piëtistisch woordgebruik na 1900 (dissertatie). Assen: Van Gorcum.

2. Dogmatisch

  • Moerkerken, Aart (2004). Genadeleven en Genadeverbond. Houten: Den Hertog. ISBN 9033117924.
  • Zwaag, Klaas van der (2003). Afwachten of verwachten: de toe-eigening van het heil in historisch en theologisch perspectief. Heerenveen: Groen. ISBN 9058293378.
  • Kersten, Gerrit Hendrik (1950). De gereformeerde dogmatiek voor de gemeenten toegelicht. Utrecht: De Banier. ISBN 9033600420.
  • Calvijn, Johannes (vertaald door Alexander Sizoo, 1931-2). Institutie of onderwijzing in de christelijken godsdienst. Delft: Meinema.

Voetnoten:

  1. 1,0 1,1 Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie (W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum, red.), december 2006, ISBN 90-5356-936-7
  2. 1 Korintiërs 11:2-16 Nieuwe Bijbelvertaling en Statenvertaling
  3. Bofepidemie treft Biblebelt, NU.nl, 19 april 2008
  4. Romeinen 1:27, Nieuwe Bijbelvertaling en Statenvertaling
Advertisement