Daniel Barenboim (Buenos Aires, 15 november 1942) is een Argentijns-Israëlisch pianist en dirigent van Russische afkomst.
Biografie[]
Barenboim debuteerde als zevenjarige met sonates van Beethoven en maakte snel naam als solo- en concertpianist.
In 1966 werd hij dirigent van het English Chamber Orchestra en in 1975 van het Orchestre de Paris. Van 1986 tot 1989 was hij artistiek en muzikaal directeur van de nieuwe Opéra de la Bastille te Parijs. In 1991 werd hij dirigent van het Chicago Symphony Orchestra (tot 2006) en in 1992 artistiek leider van de Staatsopera van Berlijn.
Als pianist en als dirigent houdt hij zich bezig met muziek van Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig van Beethoven en de romantiek, maar ook van de moderne componist John Corigliano. Barenboim stichtte samen met de Palestijnse auteur Edward Said in 1999 het West-Eastern Divan Orchestra, om zo de vrede tussen Israël en de Palestijnen te bevorderen en een eind te zoeken voor het Israëlisch-Arabisch conflict. In het orkest spelen zowel jonge Arabische als Israëlische muzikanten. Voor zijn inspanning op dit gebied werd Barenboim door de Vrije Universiteit Brussel een eredoctoraat toegekend.
Barenboim is een uitgesproken criticus van de Israëlische nederzettingen-politiek en van de Israëlische regeringen sinds Yitzchak Rabin, en een voorstander van rechten voor de Palestijnen. In 2001 veroorzaakte hij een controverse in Israël door de concert-opvoering van de muziek van Richard Wagner, die in Israël niet meer was opgevoerd sinds 1938 en feitelijk taboe is door diens antisemitisme en verwijzingen naar het nationaal-socialistische regime in Duitsland (1933-1945).
Daniel Barenboim kreeg in 2004 de Israëlische Wolfprijs voor muziek. Hij was getrouwd met de Britse celliste Jacqueline du Pré (1945-1987).
Daniel Barenboim dirigeerde op 1 januari 2009 het Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker. Hij verwees toen naar de politieke situatie in het Midden-Oosten en riep op tot vrede en menselijke rechtvaardigheid.